Juliens verhaal deel 7

De Executie: Ik was voorbij...

De loods op het haventerrein waar de executie zou plaatsvinden had de hele dag al nuttige diensten geleverd aan de productie. Eerst bij de opdracht met de sloten en de sleutels, later met het uitzoeken van de bagage door Ron, Astrid en Chandrika. En toen het opnemen van de biecht. Best leuk voor het vullen van een halve uitzending, maar als uitstapje voor de kandidaten niet echt enerverend. Dat zou veranderen wanneer de executie zich aankondigde. De spanningen werden voelbaar. Na een korte instructie worden we op een lijn gesteld voor de deur van de loods. Langzaam trekt de deur van de fabriekshal open. De productie heeft zich opgesteld achter de lampen en kijkt ons als een anonieme getuige aan. We gaan zitten op de geïmproviseerde meubels. Angela zit ernstig voor ons achter een soort bureau. Ze uit wat woorden over de mislukte opdrachten, maar ik luister niet echt. Ik wil het vooral snel achter me laten. Angela noemt de eerste namen van haar lijstje en voert ze in de computer: René, Patricia, Elise en Aafke. Alle vier groen. Dan stopt Angela de executie en richt zich tot ons. “Ik geef jullie de keus. Achttienduizend gulden teruggeven en stoppen of één executie laten voltrekken, nu”. In dat geval moet iemand weg: een ander of ikzelf.
De Close-up
Er is tumult om me heen. Als een snelkookpan die razendsnel op druk komt, voel ik verontwaardiging bij me opkomen. De laatste drie opdrachten waren al mislukt. Nu alles inleveren en vier dagen zwoegen zijn helemaal voor niets geweest. Zelfs de mol had al die tijd alleen maar dit cruciale moment hoeven af te wachten, gebruik makend van vals sentiment in de groep. Ik zet me schrap in de discussie. We kunnen geen executie voorkomen, hooguit een paar dagen uitstellen. Wat schiet ik of wie dan ook daar mee op? We moeten ons niet laten kennen, geen twijfel, gewoon doorgaan.
De inzet wordt door Angela gehalveerd. We verliezen nog maar negenduizend als we stoppen. Het dilemma lijkt opeens te veel op poker. Het was te simpel. Angela had ingezet en krabbelt al weer terug. We zouden nog maar de helft kwijt raken als we nu stoppen. Vier kandidaten willen stoppen. Vier anderen willen doorgaan; en ikzelf. Ik vertrouw in een goede uitkomst: ik door en een concurrent minder. Of misschien is dit wel een proef. Als straks het laatste scherm groen is zegt Angela tevreden dat we bewezen hebben het spel te spelen en geeft ons het bedrag plus bonus terug. We laten ons niet chanteren.

Ik kreeg mijn zin. De letters van de vijfde naam verschijnen een voor een op het beeldscherm. Astrid, Chandrika, Ferdi en ten slotte de zevende naam: Julien.

Een rood scherm.
Het Mediumshot
De executie duurde maar tien minuten maar hij zou nog weken later als een ronddansende herinnering in mijn hoofd de aandacht opeisen. Waar had ik steken laten vallen. En waarom voelde ik me zo onkwetsbaar.  Wat ging er fout. Ik trek de camera vanuit de close-up naar een medium-shot, de mensen om me heen. Werd ik getriggerd door de vier kandidaten die al door waren, toen Angela de executie stop zette en ons de keus gaf: doorgaan of het geld. Aafke die al een groen scherm had gezien leek als een projectiel in stelling te zijn gebracht: ‘Ik neem de verantwoordelijkheid niet als we straks iemand kwijt raken. Beseffen jullie wel wat dit betekent voor de groep’. Elise zocht het in een sentimenteel maar zuiverder argument: ‘ik breng liever nog een paar dagen met deze complete groep door, dan dat we voor het geld gaan.’ Patricia vond dit onzin. We moesten door, vond ook Ferdi: het was een afvalrace. Ik was het met hun eens. Het is een irrationeel dilemma. Uiteindelijk blijft er maar een winnaar over. Waarom een uitstel van executie? Ik vond dat een zwaktebod. Als kandidaat wist ik liever nu waar ik aan toe was dan dat ik nog een paar dagen moest wachten. Juist omdat uitgerekend Aafke de hele pot geld wilde offeren voor het belang van uitstel van executie voor een andere kandidaat, werd ik in mijn keuze bevestigd. Zij is de Mol; ik zat dus goed. Angela liet de keuze om te stoppen of door te gaan aan de eerste vier kandidaten. De stemming was René en Patricia tegen Aafke en Elise.
Weer ontstond discussie. Ik vond dat we nu als groep moesten stemmen, Elise en Aafke niet. Ik zag Pauki gebukt naar Angela snellen en haar iets toefluisteren. Angela nam het woord weer en zei:’Okay 18000 euro is een heleboel geld. Ik weet het goed gemaakt. Jullie kunnen de helft houden als jullie nu stoppen’. Ik had mij echter zo principieel vastgebeten in mijn gelijk dat ik van geen wijken wilde weten. Samen met Patricia trok ik de groep overstag. We gingen stemmen. Ron en Chandrika stemden mee met Elise en Aafke. Astrid, Ferdi, ik stemde met de anderen. Het was vijf tegen vier. Ik was tevreden.

Angela tikte de namen verder in. Eerst Astrid. Toen zei ze: ‘Wie?’. Ik stak mijn hand op en keek haar aan. Ze twijfelde, zocht naar andere handen en zei toen: ‘Ferdi’. Toen Chandrika. Pas toen ook zij als zevende een groen scherm zag besefte ik dat het kritisch werd. Maar er was nog de onzekere Ron. Eerst mijn naam ‘Julien’.
Het Totaalshot
En nog eens speelde ik de film van de executie in mijn hoofd af. Nu als totaalshot met alle voorgaande opdrachten in perspectief. Bij de executie voelde ik me ambivalent. Het waren prachtige dagen geweest met bijzondere mensen in een verbluffende entourage. Er was me overkomen waar ik mezelf op had voorbereid: alleen in een groep, zonder ruggespraak of vertrouwen, maar wel met een sterke onderlinge band. Wij moesten het spel spelen. Het was juist daarom dat ik niet goed raad wist met de allesbepalende rol van de productie. Het altijd beschikbaar moeten zijn, het moeten wachten, de chaotische communicatie. Maar vooral ook tijdens de opdrachten zelf. De eerste opdracht hadden we glansrijk verloren, totdat iemand de klok een uurtje terugzette. De tweede opdracht was bij voorbaat verloren, maar ook hier werd de tijd welwillend uitgezet zodat we nog tenminste in de buurt kwamen van het doel. De derde opdracht was onduidelijk en het uiteindelijke gemiste antwoord triviaal. Alleen met de laatste opdracht kon ik leven, hoewel het open en bloot citeren uit de persoonlijke vragenlijsten en het tentoonstellen van de bagage wel een frons opwekte.
Ik speelde het spel mee, en zelfs in de biecht deed ik welwillend mijn best om de redactie de helpende hand te bieden en niet te zeuren over de regie van de opdrachten, maar gewoon over het falen van de medekandidaten. Waarom was ik niet wat kritischer, waarom liet ik dit allemaal gebeuren? Was ik misschien ongelooflijk tevreden met mijzelf dat ik in het programma zat, van alles meemaakte en kon observeren en dit vooral zo wilde houden. Genieten aan de oppervlakte en de schaamte maskerend? Of was ik mij er maar al te goed bewust van dat ik in een ondersteunende rol meespeelde in een televisiefilm, waar het script voor een groot deel op de set nog wordt geschreven.
Ik had er nog te weinig over nagedacht toen we eenmaal op de bankjes zaten en naar het scherm voor Angela keken. Vlagen van gedachten en vooral vragen hingen op de achtergrond toen zij de deal voorstelde waarbij wij 18 duizend euro konden inleveren. Het was een slimme en dramatische zet van de redactie, maar ik had geen enkel vertrouwen meer in hun bedoelingen. Het hele bedrag opofferen, dat we eerst oneerlijk hadden verdiend, om nog eens één kandidaat twee dagen mee te laten sjokken in deze Kleren van de Keizer parade. Wie zit daar nu op te wachten. Ik had geen zin meer om als boetseermateriaal in een tv-show te worden gekneed. Ik wilde mezelf terug en de regie over mijn handelen.
Ik verzette me in de groep tegen de keuze. Ik liet me gaan en riep dat we worden gemanipuleerd. Ik vond steun bij Ferdi die zich duidelijk uitsprak. Maar ook Astrid die stoïcijns zei dat we door moesten gaan met de executie. Beiden waren net als ik niet zeker dat ze door konden gaan. Angela halveerde de het bedrag maar het maakte niks meer uit. Ik wilde principieel van geen wijken weten. Ik vergat dat het juist nu een goed moment kon zijn om de regie terug te pakken zonder op collisiekoers af te stevenen. Ik had kunnen onderhandelen, proberen te zoeken naar een tussenweg. Maar ik was te vermoeid, te koppig en te intuïtief. Angela ging door met de executie en tikten de namen in. Uiteindelijk: Julien.
Voorbij
Ik kende de kleur. Ik wist wat me te doen stond, maar besefte amper dat het voorbij was. Ik stond op en zag verbaasde en opgeluchte gezichten. Ik pakte mijn spullen en nam de knuffels en omhelzingen in ontvangst. Wat was ik blij dat we dit hadden afgesproken na Louis’ executie. In mijn jaszak bolde de speelgoedmol waarbij ik mij vooraf had afgevraagd aan welke afvaller ik die zou geven als kleine troost. Chandrika of Astrid. Misschien Ron of René, of zouden die het kinderachtig vinden? Het antwoord werd me bespaard. Getroffen door de ironie besloot ik hem nu maar in de handen van Ferdi te drukken, uit het zicht van anderen, omdat ik hoopte dat hij zou winnen. Toen hij het zag keek hij me glinsterend aan. Dacht hij dat ik dacht dat hij de mol was of begreep hij mijn werkelijke bedoeling? Op de achtergrond hoorde ik Patricia roepen:’ik ben blij dat jij door wilde gaan’. Omdat ik haar inmiddels beter had leren kennen, wist ik dat ze het goed bedoelde. Ik hoop dat nog steeds. Achteraan stond René die ik als laatste de hand gaf. Hij leek het opgeluchtst van allemaal.
Ik keek tegen het licht in achter de camera’s. Ik zag schaduwen van mensen. Iedereen van de productie was er, maar hun gezichten waren donkere schimmen. Samen met Angela liep ik de loods uit. Ik was perplex en kon het allemaal nog niet bevatten. Ik had me de afgelopen maanden alleen maar bezig gehouden met de winnaarsvragen. Omdat ik me niet op verlies en teleurstelling had voorbereid voelde ik die ook niet, zoals een jong kind zich het verlies van zijn dode oma niet kan inbeelden. Geen moment had ik me voorgesteld het rode scherm te zien en van de groep weg te lopen naar de klaarstaande auto. Ik liep alsof ik mijn rugzak even in de achterbak moest doen, om daarna weer opgelucht van de ontdane last terug te keren naar de groep. De houding van Angela was kil. Misschien omdat ze nog zo goed in haar rol zat. Misschien omdat ik haar had geïrriteerd door mijn verbetenheid. Of was ze gewoon erg verrast en verbaasd. Ik probeerde een reactie te ontlokken en legde even mijn hand op haar schouder. Ze liet het ongemoeid. Ik probeerde in een zucht iets te zeggen: ‘mijn teveel aan zelfvertrouwen is afgestraft’. Ze vroeg wat ik daarmee bedoelde. Ik reageerde dat ik toch vrij zeker was van mijn mol en dat ik niet had verwacht er uit te gaan. Ze zei dat ik dit sowieso had kunnen voorkomen. Ik liet de opmerking nonchalant van me afglijden en gooide mijn bagage op de achterbank van de gereedstaande auto. We moesten even wachten bij het portier. Misschien om de camera te positioneren, maar ik lette nergens meer op. Ze zei: ik neem hier maar afscheid, want ik zie je straks niet meer. Ik kreeg drie verplichte zoenen. Ze kwam met het cliché waar ik na alle voorgaande executies op tv als enige op voorbereid was: ‘je kunt in elk geval thuis, naar je kindje’. Ze zag aan mijn gelaten glimlach dat ze verkeerd zat. Had zij zich hier dan ook helemaal niet op voorbereid? ‘Toch?’. ‘kindjes, antwoordde ik, mijn twee zonen’. Oja zei ze.
En ik reed weg. Er zat een forse vrouw met bril en blond krullend haar aan het stuur, die hoi zei. Tot om de hoek, zo’n vijftig meter verder. We stopten weer en wisselde van auto. De auto waarin de camera mijn vertrek registreerde was de gesponsorde Jeep. Ik moest overstappen in een gehuurde Pontiac. Op dat moment kwam Jules me de hand schudden. Ook hij was verbaasd. Hij leek het ook echt jammer te vinden dat ik eruit lag, een gedachte die me even verraste als ontroerde. Ik zei dat ik geen spijt had van mijn keuze om door te gaan met de executie en vroeg hem dit door te geven aan de groep, net als het spel Catan dat ik uit mijn rugzak viste omdat ik dat aan Ferdi en Patricia had beloofd. Rechtsachter kwam Mia nog even met een droevig gezicht. Niets verried aan haar dat ze dit op routine kon afdoen. Aan camera-reporter Maurice vroeg ik een trekje van zijn sigaret die hij bij de tweede keer vragen bijna schuldig onmiddellijk aan me gaf met een gebaar van houd alsjeblieft. Renée gaf me over het portier heen ook nog een hand met een ‘sorry’ blik. Hier buiten stond niemand van de bepalers. Waarschijnlijk omdat er dan toch nog clues kunnen worden afgeleid bij de laatste afscheidswoorden. Of omdat het gewoon niks toevoegt aan de nieuwe situatie waarop ze zich moeten richten.
Ik stapte in bij de chauffeur die zich nu voorstelde als Betty. Uiteindelijk zou ik met dit crewlid, de afvallerbegeleider, ironisch genoeg de meeste tijd doorbrengen. Eerst naar de bekende en nu wel erg deprimerende Hollyday Inn van Halifax, waar ik geen hap door mijn keel kon krijgen en uiteindelijk maar een smerige halve deep pan pizza wegwerkte. Brede Betty was met haar spijkerbroek en jaren 80 sweater de slechtst geklede vrouw van de productie, erg down to earth maar zeer okay. Dit was de eerste tv-productie waaraan ze meedeed. In het dagelijkse leven was ze ondernemer in een klein bedrijf van sportartikelen. Ze hoorde mijn frustraties over het spel, de executies en de productie geïnteresseerd aan en merkte schouderophalend op dat ze ook maar heel weinig van het spel wist. Ik vernam van haar hoe het met Louis was vergaan en het gaf me iets van troost dat twee avonden ervoor ook hij in dezelfde lobby de executie achter zich had gelaten.
In de hotelkamer mocht ik naar huis bellen met een internationale telefoonkaart. Ik kon onbedaard lang met mijn vriendin Astrid te bellen en al mijn gevoelens en ervaringen eruit te gooien. Wat was het fijn haar stem weer te horen. Ik sliep niet lekker in het hotelbed en dacht veel te veel na. Omdat alleen het videokanaal nog afleiding bood zocht ik midden in de nacht troost bij de beelden van het ‘adult entertainment’. Zelfs die konden me amper boeien. Maar het gevoel dat ik de productie weer $ 12 dollar duurder had gemaakt gaf me wel enige genoegdoening.
De volgende ochtend om 8.00 uur moesten we naar het vliegveld van Saint Johns, zo’n vierhonderd kilometer verderop; hetzelfde reisdoel als dat van de overgebleven kandidaten. Direct vanuit Halifax vertrekken kon blijkbaar niet en sponsor Air Canada had een dramatisch reisschema voor de afvaller uitgestippeld. Ik zou pas 30 uur later in Amsterdam arriveren. Uitgerekend dat waar ik zo’n pesthekel aan heb, het doelloos wachten, lag nu eindeloos voor me. Ik nam wraak op de luchtvaartmaatschappij toen me op Schiphol de radiomicrofoon onder me neus werd geschoven waarbij ik sneerde dat de terugreis het vermoeiendst en ergste was van alles. Tragisch dieptepunt was de 5 ½ uur parkeertijd op een bijna verlaten, geheel rookvrij Toronto airport. Even gezellig als de vlaktes van North West Territoria. Je hoort het wel vaker: Canadezen zijn zulke vriendelijke mensen. Vrij logisch. Wie is er niet blij wanneer je in dit verloren land eindelijk weer eens een mens tegenkomt.
Het kon me daar al niet meer deren en ik keek uit naar huis. Ik had mijn rotmoment toen al acht uur achter de rug. Betty reed na het Holiday Inn nog even naar het hotel van de productie aan de andere kant van Halifax om mijn reispapieren op te halen. Ik stond in de milde kou onder een stralend blauwe lucht twee sigaretten op de parkeerplaats te wachten. Misschien was het de troosteloosheid van het industrieterrein en het zakenhotel. Misschien begon het einde toen pas tot me door te dringen. Ik voelde me leeg en verlaten. Ik keek strak naar de saaie rookglazen hoofdingang. Zou iemand van de Bepalers nog even door de deur stappen? Ik hoopte nog steeds op een herkansing. Niemand te zien. Een fatsoenlijk afscheid was ook goed. Onbekende vertegenwoordigerstypes beenden door de deur. Misschien een waarom. Ik dacht aan Pauki die in een hoekje zo moest huilen bij de executie van Louis en uitgeput lag te slapen bij mijn biecht. Ik dacht aan die stoere, betoverende Marieke die alles onder controle bracht. Ik zag Anemoon voor me die me vrolijk en lief succes wenste bij de test, op een moment dat ik het niet nodig dacht te hebben. Ik voelde me belachelijk maar miste opeens de pit van Astrid, de verontwaardigde humor van Ferdi, het lieve van Elise en de spontaniteit van Patricia. Ik miste ze meer dan ik mijn dierbaarsten in Nederland had gemist. Alsof ik in mijn eigen sentimentele film meespeelde kreeg ik medelijden met mezelf en liet de tranen gaan. Prachtige beelden, vast. Maar de parkeerplaats bleef leeg. Er was niemand om ze mee te delen. Ik was voorbij.
Volgende week...

Epiloog
Vlak na mijn uitschakeling wilde ik niet weten van een verkeerde keuze of tactiek. Ik had gezien hoe de productie drie van de vier opdrachten had gemanipuleerd om het spannender en interessanter te maken. Als men dit kon en durfde, waarom zouden ze dan niet zelf het lot bepalen van de ‘acteurs’ die ze hadden ingehuurd? Natuurlijk niet elke executie, want dat zou te veel opvallen als er later over werd gepraat, maar van een enkele? Iemand die niet voldoende spirit bracht in de groep, te tam was, of juist te kritisch en te controversieel?

Lees hoe dit verder gaat volgende week in Juliens verhaal deel 7!