De Molweddenschap

 

Zo op de vooravond van mijn toetsenweek bedenk ik me toch even om een column neer te tikken voor deze site. Misschien niet de slimste keuze, maar wel even wat afleiding tussendoor. Nu ik weer twee weken op school zit, weet ik weer hoe erg het op mijn middelbare school leeft: wie is nu eigenlijk die mol?

Een paar dagen geleden zat ik in een Nederlandslokaal waar op het whiteboard wat geschreven was. Namen van leerlingen uit een 2 havo-klas mochten allemaal hun mol opschrijven. De lerares had ook haar verdachte opgeschreven. Er waren al enkele leerlingen rood doorstreept, de Jean-Marc-verdenkers. Ik herinner me de tijd dat ik van diezelfde lerares Nederlands les had. Wij waren toen haar uitverkorenen die op het bord de namen van onze verdachte op mochten schrijven. Ik schreef toen - inmiddels al vier jaar geleden - trots de naam Freek op. Ik was na één aflevering overtuigd dat hij de mol zou zijn. Twee weken later kregen zo ongeveer al mijn klasgenoten een rode streep door de naam. Daphne Bunskoek was de mol niet. Ik bleef nog over, met drie anderen. Twee Jan-Willem-verdenkers, één Susan-verdenker en ik, de Freek-verdenker. En hoewel we niets konden winnen, was de eer al een prijs op zichzelf.

Overtuigd dat ik zou winnen kwam er week na week geen rode streep door mijn naam. Intussen werden de Jan-Willem-verdenkers doorgestreept en bleven ik en één van mijn beste vrienden over. We stuurden elkaar tijdens de uitzending whatsappjes, wat er nu zo verdacht aan Freek en Susan was. Tot er in aflevering 9 gebeurde wat ik al die weken niet had voorzien. Art vertelde dat Freek niet de mol was (en Sofie niet de verliezer en Susan niet de winnaar). Ja, hij wist dat hij had gewonnen van mij.

Aflevering 10 liet zien dat Susan inderdaad de mol was en ergens had ik toen liever gehoord dat Sofie de mol was. Die maandag op school voelde ik me zo dom en schaamde ik mezelf misschien wel een beetje. “Mijn vriend kwam naar me toelopen en legde een hand op mijn schouder. Je was een goede tegenstander, maar ik zei het toch? Ik heb het altijd goed.” Ik lachte en vertelde dat ik het ook wel een keer goed zou hebben. Na aflevering 1.

En toen begon het. Onze molgekte. Want hoewel we het jaar erna niet meer die ene molloot als Nederlands lerares hadden, schreven we na aflevering 1 toch op datzelfde whiteboard wie wij dachten dat de mol was. Bij die andere klas, waar wij helemaal niet bijzaten. Tevergeefs: mijn vriend zat op Margriet, ik op Martine. In seizoen 16 wisten we allebei na één aflevering zeker dat Klaas de mol was en hebben we allebei zijn naam op het whiteboard gezet. Allebei gewonnen. Ik was daar natuurlijk nog niet content mee en schreef vorig jaar gulzig de naam van Thomas op. Hij bleek op Jochem te zitten. Alle tien de weken hoopten we dat onze opgeschreven mol, de echte mol was, maar hij had na een tijdje ook door dat Thomas de echte mol moest zijn. Euforie voor mij volgde.

Ik en mijn vriend zaten dus deze week samen in dat lokaal, en hoewel we nu al aflevering twee hebben gezien, hebben we toch onze naam onder de namen van de huidige 2 havo-leerlingen gezet. Ik schreef Stine op, hij schreef Simone op. En we zijn fanatieker dan ooit tevoren.

Of ik ga winnen, weet ik nog niet. Maar dat ik nu in 6 vwo en dat ik volgend jaar dat bord niet meer ga zien, vind ik erg jammer. Het is toch een beetje mijn persoonlijke molgevoel. Tenminste, als ik nu niet snel aan mijn toetsenweek ga leren, zie ik dat bord misschien volgend jaar weer. En dat hoeft nou ook weer niet.
Wil je reageren op deze column? Dat kan op het forum!