Het gebied van de......Mol!

Het Fleurieu Peninsula

Het schiereiland  Fleurieu Peninsula, loopt vanaf Adelaide naar het zuiden tot Kaap Jervis, waar je de veerboot naar Kangeroo Island kunt nemen. Het gebied kenmerkt zich door een schilderachtige kustlijn met lange zandstranden, beschutte baaien, steile zandsteenkliffen en het glooiende achterland met zijn vele wijngaarden en olijfboomgaarden. Mede dankzij het milde Mediterrane klimaat met koele, natte winters en  warme droge zomers is het één van de populairste toeristengebieden van Zuid Australië.
Geschiedenis
Toen dit gebied werd gekoloniliseerd door de Europeanen, woonden er 2 verschillende Aboriginal groepen.
De Kaurna, zachtaardig van aard, woonden al duizenden jaren in dit gebied, in kleine pankarra’s” (groepen van ca. 14 personen}. Ze leefden van de opbrengst van het land en zee. Door de kolonisatie werden ze verdreven van hun grondgebied.
De Ngarrinndjeri (wat "Mensen" betekent) leven hier nog steeds. Ze noemen het Kurangk Ruwe, "plaats van de lange nek". Dit slaat op de lange strook zout water die langs de kust een soort binnenzee vormt, waardoor ze konden leven van de visserij zonder de zee op te hoeven gaan.
Oorspronkelijk bestond hun volk uit 18 stammen, maar de populatie werd danig uitgedund. Niet alleen door ziektes die werden meegebracht zoals griep en pokken, maar ook omdat baby’s met lichte huidskleur of blond haar bij de stammen werden weggehaald om ze op te laten groeien in een ‘geciviliseerde’ omgeving. Dit verschrikkelijk gebeuren staat bekend als "the Stolen Generation". Tegenwoordig kun je de Ngarrinndjeri bezoeken in Coorong waar wordt verteld over hun cultuur en waar ook de taal en handwerken weer in ere worden hersteld.
In 1802, tijdens de kolonisatie, brachten de Engelsman Flinders en de Fransman Baudin elk een deel van de zuidkust van Australie in kaart. Waar ze elkaar tegenkwamen, bij de monding van de Murray, noemde Baudin het gebied naar de franse Charles Pierre Claret, Compte de Fleurieu. Dit is gelijk de verklaring hoe dit Engelstalige land, met veel varianten van het Aboriginal aan een frans klinkende naam komt. Peninsula betekend schiereiland.
Over het schiereiland loopt een weg, die langs bijna alle interessante plaatsen en bezienswaardigheden van de streek voert. Deze weg begint bij Adelaide en kronkelt o.a. langs wijngebieden. Hoewel het bekendste wijngebied van Australie, Barossa Valley ten noordoosten van Adelaide ligt, wordt er ook op de Peninsula flink wijn verbouwd. Nazaten van Lutherse immigranten kwamen er al gauw achter dat het mediterrane klimaat erg geschikt was voor de wijnverbouw. Daarmee legden zij de basis voor de wijnteelt in Australië. De Mc Laren Vale kent ca. 60 wijnkelders en je kan ze allemaal bezoeken voor een slokje!
Ook andere lekkere dingen komen hier van eigen bodem, zoals olijfolie, kazen, chocolade en koffie. Er wordt jaarlijks zelfs een wedstrijd gehouden, waar het lekkerste kopje koffie wordt verkocht. Ook zijn er veel zeeproducten te krijgen, zoals kokkels. Je kunt ze overal in stalletjes langs de weg kopen en in menig restaurant staat het op het menu. Eén en ander heeft zich ontwikkeld tot een eigen regionale voedselcultuur: the Fleurieu Peninsula Style.
Meer over het voedsel op Fleurieu kun je hier vinden.
Onderweg kom je ook langs Lake Alexandrina. Dit is Australie’s grootste zoetwatermeer. De rivier de Murray mondt hier in uit. Deze kun je met een gratis pontje oversteken. Volgens de Aboriginals woont hier een monster, genaamd Muldjewangk. Dit monster heeft voornamelijk ten doel spelende kinderen bij het water weg te houden en ziet eruit als een zeemeerman, half vis, half man. De hele route van de Fleurieu Way wordt aangegeven door borden.
Goolwa, gelegen aan Lake Alexandria dicht bij de monding van de Murray River, was ooit de belangrijkste haven van de rivierboten. Hoewel de oude radarboten nog steeds regelmatig te zien zijn op de rivier, is dit nu geheel ten behoeve van de toeristen. Wil je dit gebied op een andere manier bekijken , dan is er sinds kort een oude stoomtrein, de Steam Ranger, die regelmatig tochten uitvoert tussen Goolwa, Port Elliot en Victor Bay.
Natuurvrienden komen op het hele Fleurieu Peninsula aan hun trekken. Er zijn ruim 20 goed onderhouden natuurparken. In deze gebieden leven veel typisch Australische nachtdieren. Het Australische wild laat zich hier het hele jaar door aan de bezoekers zien. Het bekendste park is Coorong National Park. Coorong is een lagune met 140 km duinen en een kustlijn van 200 km, die alleen wordt onderbroken door de monding van de rivier de Murray. Het is een zeer gevarieerd gebied, een beetje vergelijkbaar met onze Wadden, met zowel zoet- als zoutwater meren. Het park is vooral beroemd om zijn migrerende waadvogels. Hier vind je trekvogels die afkomstig zijn uit Alaska en Siberie.
De kustplaats Victor Harbour met zijn schilderachtige ligging aan de Encounter Bay is de belangrijkste plaats en tevens de onofficiële hoofdstad in deze contreien. Er heerst een relaxte sfeer en het is goed toeven aan de prachtige zandstranden. De belangrijkste attracties echter zijn een cruise naar waar je de walvissen kan zien zwemmen en de grote pinguïn kolonie op Granite Island. Dit eiland is met het vasteland verbonden met een 630 meter lange houten steiger. Makkelijk te lopen maar je kunt ook de paardentram, getrokken door forse Clydesdale paarden, nemen die deze route al honderd jaar bediend. Het is één van de twee laatste paardentrams in de wereld die nog een regelmatige dienst uitvoert. Victor Harbour zelf staat vol koloniale gebouwen inclusief een paar oude pubs, waar het Australische bier wel wil smaken. Buiten Victor Bay ligt het Urimbirra Wildlife Park.
Aan de andere kant op de meest westelijke punt van de Peninsula ligt het kleine kustplaatsje Cape Jervis. Van hier kun je met de ferryboot binnen een uur naar Kangaroo Island.
Rondom deze plaats zijn een aantal windfarms opgestart. Voor ons is het een heel gewoon gezicht al die windmolens, maar vele Australiërs vinden het maar landschapsvervuiling.