Columns WIDM Streaming-editie 2024
Klim in je pen!
|
Uit ervaring weten we dat er heel wat gediscussieerd wordt over de identiteit van de Mol. Maar daarnaast valt er ook heel wat te zeggen en te schrijven over het wel en wee gedurende de serie. Iedereen heeft wel een mening over het programma, de kandidaten, de onderlinge verhoudingen, de opnames, de organisatie, de presentatoren, enz. Een mooie manier om je mening te geven is in de vorm van een column. Voel jij er wat voor om zo'n column te schrijven? Haal die innerlijke Aaf in je naar boven en stuur jouw schrijfsel via pm naar Hadewychisdemol! Alle columns worden verzameld op de site en alle forummers kunnen HIER in het topic hun mening geven.
|
Het avontuur van mijn leven
Pac
Wat een dag. Wat een dag, wat een dag. Ik weet iets en ik mag het met niemand delen. Maar ik wil het zo graag delen. Dit is groot nieuws, maar niemand mag het weten.
Wie is de Mol? gaat voor het eerst in 20 jaar een seizoen met onbekende Nederlanders opnemen. En het meest absurde: ik maak kans om kandidaat te worden. Vandaag was ik bij de casting van het mysterieuze The Game, een spelprogramma van Avrotros en IDTV waarvoor je drie weken op reis gaat voor ‘het avontuur van je leven’ en de leugens van je medespelers moet doorzien om het spel te kunnen winnen. Klinkt bekend? Toen ik de advertentie zag, had ik al een voorgevoel had dat dit wel eens een verkapte oproep zou kunnen zijn voor een seizoen van WIDM met onbekende mensen. Het is volgend jaar 25 jaar geleden dat Wie is de Mol? voor het eerst op de buis kwam, dus dit zou hét moment zijn om terug te gaan naar de basis, misschien als extra jubileumseizoen. Ik gaf me op. Tot mijn blijde verbazing kreeg ik vorige week een mail dat ik was uitgenodigd voor de selectiegesprekken van The Game. Die mail gaf nieuwe clues dat wel eens om Wie is de Mol? zou kunnen gaan. Alles in de mail wees op geheimzinnigheid. Ik mocht het met niemand over deze selectieprocedure hebben, ook niet als ik op de dag zelf mogelijke medekandidaten tegenkwam. Er was een speciaal nummer voor noodgevallen dat alleen tijdens het selectieweekend bereikbaar was, en onder de brief stond geen enkele naam die je zou kunnen googlen. Maar ook stond de opnameperiode erin: drie weken, precies even lang als een WIDM-reis normaal gesproken duurt. En dan was er nog de locatie van de selectiegesprekken: een oud industrieel pand in Huizen dat perfect past binnen de stijl van Wie is de Mol?. Dus daar sta ik vanochtend. Ik loop vijf minuten van tevoren naar binnen, maar dat mag absoluut niet. Ik vraag of ik misschien naar de wc mocht, maar dat kan alleen onder begeleiding - ik zou maar per ongeluk iets te zien krijgen van wat er verderop in het gebouw gebeurde. Eenmaal officieel aangemeld moet ik nog een tijdje wachten. Ik heb mijn gesprek op vrijdagochtend, en de selectiegesprekken zullen nog tot zondagavond duren. ‘Ben ik de eerste?’ vraag ik de crewleden die me verwelkomen. ‘Nee, dat niet. Maar we hebben nog een lang weekend voor de boeg!’ In mijn tas zit het voorwerp dat ik mee moest nemen om iets over mezelf te vertellen: mijn lege diplomakoker. ‘Ik heb wel mijn diploma-uitreiking gehad, maar ik heb nog steeds geen diploma. Het staat symbool voor de fase in mijn leven waar ik op dit moment in zit.’ Ondertussen hoor ik het Team Entrée met elkaar overleggen. Het onderwerp van gesprek is alledaags (‘Wat voor eten gaan we halen?’), de namen die vallen zijn dat allerminst. Ik herken de voornamen van een paar crewleden van Wie is de Mol?! Zou het dan echt? Mijn hart gaat sneller slaan. Holy moly. Dit kan wel eens écht het team van Wie is de Mol? zijn! En ze hebben mij uitgenodigd voor een selectiegesprek! Het is dat ik mezelf heb voorgenomen om niet in de stress te raken, want anders was ik nu hoogstwaarschijnlijk flauwgevallen. Ik houd mijn hoofd koel en wordt uiteindelijk begeleid naar het selectiecomité. Daar krijg ik alleen wel nog een verrassing voor de kiezen: ik mag mijn speciaal meegebrachte voorwerp niet meenemen naar het gesprek. ‘Bedankt dat je hem hebt meegenomen, maar we gaan het anders doen,’ vertelt de man in de gang voor de selectiekamer. ‘Je mag je voorwerp even hier leggen en ik ga je vragen om in plaats daarvan één van deze andere willekeurige voorwerpen mee te nemen naar het gesprek. Zij weten niet dat we deze wissel uitvoeren. Het is aan jou om geloofwaardig te doen overkomen dat dit jouw meegebrachte voorwerp is.’ Ik kijk even op het tafeltje: onder meer een paar Xenos-beeldjes, een zak met 10 liter potgrond en een rieten hoed. Mijn oog valt op de hoed: die doet me denken aan mijn reis naar de Filipijnen. Dat is een makkelijke manier om te liegen zonder heel hard te liegen, denk ik bij mezelf, en ik neem hem mee de kamer in. Ik voer het selectiegesprek met drie vrouwen, die ik gelijk herken als sleutelfiguren van het WIDM-productieteam. Ze lijken mij als supermolloot niet te herkennen – of doen heel goed alsof – en ik besluit geen olie op het vuur te gooien. Als zij me straks willen verrassen met het feit dat ik straks ‘ineens’ in een seizoen van Wie is de Mol? zit, dan moet ik niet mijn kruit verschieten door te laten doorschemeren dat ik hun leugens doorzie. In plaats daarvan ga ik het gesprek open in. Als ze me vragen over mijn hoed, vertel ik heel relaxed over mijn reis en veeg ik de leugen snel onder het tapijt. Ze slikken het ogenschijnlijk als zoete koek – al vraag ik me af of ze niet stiekem op de hoogte zijn van dat ik lieg. Ze vragen me hoe ik een spel zou spelen ‘zoals Big Brother, Expeditie Robinson, De Verraders, Wie is de Mol?...’ Ze noemen hun eigen programma subtiel aan het einde om geen argwaan te wekken. Ik leg uit dat ik het het liefste degene ben die de verrader ontmaskerd: ‘Als ik kijk naar een programma als Wie is de Mol? of De Verraders... Dan zou ik niet willen spelen met telkens een stemmetje in mijn achtergrond.’ In de tussentijd draait mijn hoofd overuren. Ze vragen me te vertellen wie ik ben en waarom ik me heb opgegeven - en of ik dat even in een minuut allemaal wil vertellen. Ik pitch mezelf van de hak op de tak. Dan volgt een vragenvuur. Hoe stel ik me op in een groep? Neem ik een leidersrol aan? Misschien antwoord ik te kortaf, ik weet het niet, want ik had verwacht dat ze juist hier lang over door zouden vragen. Bij elk antwoord dat ik geef, heb ik het gevoel dat ik nog zoveel meer zou kunnen vertellen. Maar ze stappen vrij snel weer over op de volgende vraag. ‘Ik ben dol op muziek,’ vertel ik onder andere. ‘Ik luister altijd muziek. En als er geen muziek is, dan maak ik het zelf wel door te zingen. Als ik op de fiets zit, hoort de hele stad me.’ Of ik ook een instrument speel? ‘Ja en nee, ik heb een kalimba. Dat is een klein houten instrumentje dat hele zachte klanken maakt. Je hoeft eigenlijk niets te kunnen, het klinkt altijd goed.’ In mijn voorstelfilmpje bij het aanmeldformulier speelde ik al een beetje kalimba. ‘En dat heet een kalimbo?’ Als ik aangeef dat ik van mezelf eerder introvert dan extravert ben, vragen ze me of ik wel bereid ben het spel te spelen. ‘Zou je je niet teveel op de achtergrond houden?’ Ik antwoord: ‘Als je een spel gaat spelen dan gaan er andere regels gelden.’ Hier citeer ik letterlijk Jon bij zijn Mollicitatie in seizoen 9. Ze slaan er volgens mij op aan. Ergens in het gesprek zeg ik nog en passant: ‘Ik zal niet beweren dat ik goed kan liegen, maar...’ De vrouw in het midden valt binnen: ‘Of zeg je dat om ons te misleiden?’ Het spel is begonnen. De volgende vraag is tricky. ‘Welke slechte eigenschappen heb je?’ Een heel venijnige vraag, waar ik even over na moet denken. Ze doen er een schepje bovenop. ‘Wat vinden mensen nou echt irritant aan jou?’ Ik graaf verder en zeg: ‘Ik ben een slechte apper. Van de week kwam ik bijvoorbeeld een half uur te laat aan bij m'n broer omdat ik niet op m'n telefoon wilde kijken. Ik dacht de hele tijd: ik ben er bíjna, als ik hier om de hoek ga herken ik de route weer! Mijn broer kent me inmiddels, maar hij zei toen aankwam wel: nu is je eten koud.’ Ze lachen even, maar zijn nog steeds niet heel tevreden. ‘Schrijf ik dan op: communicatie?’ Ja, nee, zo zet ik mezelf ook weer lekker neer als een sociale Molkandidaat. Maar ik heb in de stress van het moment geen weerwoord klaar. Pas later bedenk ik me dat dat ook helemaal niet het punt was van mijn verhaal. Mijn slechte eigenschap is koppigheid. Had ik dat nou maar doorgezet. Ondanks de ze zenuwen gaat het gesprek al met al toch best soepel. Ik ben nooit totaal op mijn gemak met sollicitatiegesprekken - laat staan bij het sollicitatiegesprek van mijn leven. Maar ik verstijf of verstom niet en weet er af en toe nog een grapje tussen te wurmen. Ik kan volgens mij redelijk zeggen wie ik ben, waar ik voor sta en waarom ik me in hemelsnaam opgeef voor iets waarvan niemand me wil vertellen wat het is. Ik hoop dat mijn enthousiasme overkomt. Ik kan alleen maar duimen, en ik denk aan alle hospiteeravonden waarin ik mezelf heb moeten pitchen wetende dat er nog negen anderen precies dezelfde kamer wilden hebben. Dit weekend is mijn kans alvast een stuk groter dan één op tien om door te gaan naar de volgende selectieronde, dus daar houd ik me aan vast. Misschien is er toch een haakje geweest waar ze op aangeslagen zijn. Ik verlaat het gesprek in elk geval lachend, met de hoed op mijn hoofd, terwijl één van de dames me nog naroept: ‘Ik zie het al helemaal voor me: jij op je fiets, zingend door Amsterdam met die hoed op je hoofd. En dan kalimba spelen!’ Ik lach met ze mee en haal mijn echte voorwerp weer op van de gang. Bij de lift word ik voorgesteld aan een crewlid die me verdacht bekend voor komt. Zij vertelt me dat er nog een ‘game’ (oftewel opdracht) op me te wachten staat. Zodra we beneden zijn, loopt zij als eerste de kamer in. Tien seconden later moet ik volgen en de opdracht uitvoeren die op het briefje staat. Een cameraman filmt alles wat ik doe. Ik pak het kaartje en lees hardop. Het is een raadsel dat ik al ken. Een raadsel uit Wie is de Mol?. Maar ga ik dat hier toegeven? Ik heb een halve minuut de tijd om te oplossing te ‘vinden’. Ik besluit het spel mee te spelen en te doen alsof ik de oplossing nog niet ken. Halverwege heb ik ‘ineens’ een eureka-moment. Na de opdracht moet ik biechten, of ‘quoten’, zoals ze het noemt. ‘Je moet bedenken dat ik niet besta. Dus als ik vraag: wat heb je vanavond gegeten?, dan antwoord je: vanavond heb ik spaghetti gegeten.’ Het crewlid stelt me vragen over de opdracht die ik net gedaan heb, het liegen voor het selectiegesprek, over hoe dag is gegaan. Ik begin te vertellen, te ratelen, te stuntelen. ‘Ik weet nog steeds niet of ik de opdracht nou goed heb volbracht.’ ‘En wat doet dat met je?’, vraagt ze. ‘Dat maakt me... verward.’ Ik ga niet toegeven dat ik een obscuur raadsel uit de selectie-afleveringen van de Junior-versie van Wie is de Mol? van tien jaar geleden nog precies uit mijn hoofd weet. Ik ben bang dat als ik als ik open en bloot zeg dat ik hun spelletje door heb, het verrassingseffect dat zij voor ogen hebben weg is en ze me niet meer uit zullen nodigen. Maar doordat ik heb besloten om te liegen, kom ik totaal niet uit de verf. Ging het selectiegesprek nog best oké, bij de biechten loopt alles in de soep. Ik ben me megabewust van de camera, voel me compleet overbelicht. Ik hoor iedere ‘uhm’ die ik zeg, waardoor ik alleen maar meer ga hakkelen. Het crewlid doet zoals beloofd alsof ze niet bestaat. Dat maakt dat ik elke stilte die ik laat vallen extra stil klinkt. Ik kan me niet voorstellen dat dít ze gaat overtuigen mij te kiezen, maar ik doe mijn best. Uiteindelijk kan ik redelijk goed mijn verhaal vertellen, maar de vraag is of het goed op beeld komt. Alle seinen staan op groen. Op Molgroen. Dit zijn de voorbereidingen voor een seizoen van Wie is de Mol? met onbekende Nederlanders, dat kan niet anders. De crew die hier aanwezig is, de opdracht die gekopieerd is uit Wie is de Mol? Junior, de focus op liegen in de gesprekken... Het voelt alsof vandaag het best en het slechtst mogelijke zijn gebeurd. Aan de ene kant heb ik uit al die miljoenen kijkers die er ooit van dromen om mee te doen aan Wie is de Mol? nu als één van de weinige ooit het selectieproces doorlopen - en beter nog: van alle genodigden ben ik waarschijnlijk ook één van de weinigen die doorheeft dat dit één grote WIDM-operatie is. Wie is de Mol? gaat een nieuw seizoen met onbekende mensen maken! Dit is het grootste nieuws uit de afgelopen twintig jaar denk ik. En ik ben een van de weinigen in Nederland die het weet. Sterker nog: misschien mag ik mee als kandidaat! En tegelijkertijd voelt het alsof ik de kans van mijn leven vergooid heb. Ik ben nóóit naturel bij sollicitatiegesprekken, dus de kans dat ze me selecteren lijkt me wel bijzonder klein. Ik ben een topkandidaat, maar het is de vraag of ik dat heb kunnen laten zien in dit ene uurtje. En volgens mij heb ik vandaag wel dertig keer gevraagd ‘of ik het zo goed deed’, of ik de juiste kant op liep, of ik al mocht beginnen, etc. Ik weet niet wat dat uitstraalt, maar niet het zelfvertrouwen dat een kandidaat nodig heeft. Ik weet van mezelf dat dat ongemak weg zou gaan zodra ik me ergens volledig in kan smijten – zeker in een droom als Wie is de Mol? – maar vandaag kwam ik nog niet goed genoeg tot mijn recht. Vooral bij de biechten heb ik het verkloot. Wie is de Mol? is een biechtfestijn. Als je niet goed kunt biechten, kom je niet goed op beeld. Nu stond ik voor het eerst oog in oog met de biechtcamera en kwam ik alleen maar ongemakkelijk uit m'n woorden. Ik begon mijn pitch waarom ze moesten selecteren al met: ‘Volgens mij...’ Om gelijk aan te voelen dat dat niet per se zelfvertrouwen uitstraalt. De pitch zelf was uiteindelijk oké, maar ik moet niet bij een reclamebureau voor zelfpromotie gaan werken. Ik verlaat het gebouw met een envelop die ik heb verdiend met het raadsel. Er zit informatie over het vervolg van het castingsproces. ‘Binnen 2 weken laten we je wart weten over het vervolgproces Mocht je door zijn naar de volgende selectieronde zal deze plaatsvinden op vrijdag 20 of zaterdag 21 oktober.’ Wie weet heb ik geluk. Het was hoe dan ook nu al het avontuur van mijn leven. |