Traveljunkie’s Party

 

Wel gaan? Niet gaan? Wel gaan. Niet gaan. Nee, niet gaan. Of toch wel? Dat is de vraag die me op de dag des oordeels zowaar meer bezig lijkt te houden dan die andere, allesoverheersende vraag die vandaag de dag de geschiedenisboeken in zal gaan en die de kandidaten van Wie is de Mol zichzelf vandaag ongetwijfeld iedere seconde in stilte stellen: “Waar zijn de bonnetjes van Opstelten?”
Tot ver in de namiddag twijfel ik of ik koers moet zetten richting Vondel CS of juist niet. Niet gaan heeft de welbekende voor(oor)delen van een geborgen, rustige, warme, uiterst comfortabele kijkomgeving waarin je je optimaal kunt focussen op de uitzending en geen detail van het hele spektakel mist. Drankje op tafel, voeten op tafel, zak chips erbij, ramen dicht, deuren op slot, telefoons uit, deurbel uit en gaan met die mol!
Wèl gaan zou wel eens kunnen uitdraaien op één grote deceptie. Ik zie al visioenen voor me van een koud, winderig, obscuur pleintje waarop totale anarchie heerst. Molloten die elkaar in de striemende regen met jokers te lijf gaan omwille van het beste plekje voor dat éne tv-toestel dat buiten in de vrieskou is opgesteld (wat nou grote schermen?). Hooliloten die het hebben gemunt op een fontein die je het laatste kleine beetje zicht op het 32” scherm ontneemt. En tot overmaat van ramp saboteert de Mol op het moment suprême ook nog eens de elektriciteitsvoorziening van de stad, waardoor het zwart-wit beeld alleen nog maar in de eerste kleur uitzendt.
Ik ben overtuigd: gaan!

Rond 17:15 vertrek ik van mijn werk in Deventer om drie kwartier later thuis in Amersfoort even mijn laptop (met zwart scherm?) en andere waardevolle spullen te dumpen. Immers wordt niet alleen de pot met grote regelmaat leeggehaald... Snel trek ik gepaste ik-verdenk-Rik-maar-ik-heb-geen-ik-verdenk-Rik-maar-alleen-ik-verdenk-Margriet-kleding aan.

Een half uurtje later beland ik nabij Naarden in een van de dagelijkse polonaises op de A1. Een heerlijk rustgevend gevoel is dat, als je zo’n anderhalf uur voor dè live-uitzending van het jaar vast staat in een enorme file waar ogenschijnlijk geen beweging in zit, zonder enig uitzicht op een afrit, trein, tuc-tuc of watervliegtuig.
Met wat kunst en vliegwerk (sorry medeweggebruikers) neem ik een kwartiertje later afslag Muiden, parkeer ik mijn bolide zo ongeveer in het treinstation van Weesp en weet ik met een ultieme sprint nog nèt die andere sprinter naar Amsterdam Centraal in te halen. En ondertussen heb ik zowaar ook nog in weten te checken met mijn ov-chipkaart. Iets wat op zich al een hele prestatie is, aangezien ik dat ding de laatste jaren niet meer heb gebruikt en ik in volle snelheid even tot de Mol heb moeten bidden dat er nog voldoende saldo in de pot zou zitten. De Mol is me deze keer gelukkig goed gezind. Ik ben benieuwd of ik nog een ‘tegenprestatie’ kan verwachten…

Om 19:38 komt mijn ‘Sprinter’ tergend langzaam Centraal Station binnen rollen. Vervolgens hink-stap-spring ik me een weg door het stationsgebouw heen, rechtstreeks een Metro in richting het Vondelpark. Het voertuig trekt zich op gang vóórdat ik ergens houvast kan vinden en dat blijkt géén goede volgorde. Ik wordt over de schoot van een oude dame heen gelanceerd en de twee saucijzenbroodjes die ik in allerijl op het station had geritseld, belanden respectievelijk in de laptoptas van een enigszins verbouwereerde, Indisch uitziende zakenman èn recht voor de snuffelende snuit van een hond (alweer een hond?), die er beduidend meer trek in heeft dan de maatpakker. Geen idee waarom, maar ik verontschuldig me in het Engels en het Tamil (உங்கள் லேப்டாப் பையில் saucijzenbroodje வருந்துகிறேன்), blaf nog wat naar de hond (waf waf saucijzenbroodje waf) en kan me tegelijkertijd niet aan de indruk onttrekken dat de werking van mijn thermisch ondergoed niet bepaald onder de maat is. Pfffff.
Weg diner – tegenactie van de Mol?

Klokslag 20:00 uur sta ik voor de hemelpoort. Yes I made it! Het is vanaf de ingang aan de Stadhouderskade nog een paarhonderd meter lopen naar Vondel CS. Door het steeds luider wordende gejoel van mensen en de steeds feller wordende lichtstralen van schijnwerpers, is de locatie van de laatste aflevering makkelijker te achterhalen dan de locatie van elke willekeurige andere aflevering van dit seizoen.
Wat ik precies verwacht had aan te treffen bij Vondel CS, weet ik eigenlijk niet. Ik ben in ieder geval blij verrast door de omvang van de menigte die tussen mij en het bordes staat. Of het enkele honderden zielen zijn of 2600, kan ik moeilijk zeggen, maar naar mijn bescheiden mening is het er in ieder geval een stuk drukker dan dat de foto op de site van AT5 doet vermoeden. Vanaf het bordes gezien staan links achterin nog legio mensen en zelfs op de oever aan de andere kant van de vijver zit nog een paar dozijn geïnteresseerden naar de 2 grote kleurenschermen te staren.
Beeld en geluid blijken overigens dik in orde en gelukkig ontbreekt van een fontein elk spoor. Uiteraard sta ik wèl de hele avond tegen de enige lantaarnpaal aan te gapen die het pleintje voor Vondel CS rijk is. En ook op het gebied van ‘climate control’ verloop niet alles geheel volgens plan: ik heb me te veel laten leiden door molloten hier op het forum die duidelijk meer verstand hebben van het voorspelen van de Mol dan van het voorspellen van het weer (helaas heb ik met dat eerste gegeven dan weer niets gedaan).

Alhoewel ik altijd overal bij wil zijn, ben ik van nature niet bepaald zo’n figuur die zich met veel geduw, getrek en ‘gesorry’ dwars door een uitbundige menigte heen een mollengang naar voren probeert te banen. Bovendien observeer ik graag en de ervaring heeft me geleerd dat dat het beste gaat aan de rand van het veld. Ik besluit zodoende het hele circus het komende anderhalf uur vanuit het achterveld gade te slaan, zonder enig zicht (ik lijk wel een mol) op de groene loper en met slechts beperkt zicht op de trap en het bordes. Wèl met prima uitzicht op de nekharen van de wat langere molfans voor me, die ene lantaarnpaal èn een of andere stellage van de beeld- en geluidstechnici.
Vanavond dus geen hoogwaardige boulevard foto’s van mijn hand en vooralsnog ook geen smeuïge of oververhitte discussies met diehard molloten (voor zover ik mezelf überhaupt een molloot beschouw). Ik heb althans niet de illusie hier helemaal achteraan in de massa tussen de meest hardcore molloten te staan. Stiekem kijk ik toch een beetje rond, op zoek naar iets wat lijkt op een (plastic) bloem, bruine hoed met bruine bloem (het enige aanwezige kledingstuk dat hier op het forum ergens voorbij is gekomen en ik me nog kan heugen), of andere subtiele aanwijzing die duidt op een molloot. Nee, niets. De molloten van het eerste uur zitten vast en zeker zo’n beetje onder het bordes. Ik sta tussen de gewone ‘fans’ en dat is eigenlijk ook een prima positie. Om te observeren. En te mollen.

Tijdens het NOS-journaal wordt het toegestroomde publiek, door een mij onbekende stem, kort bijgepraat over wat er komen gaat en wat er van datzelfde publiek verwacht wordt. Een en ander gaat uiteraard gepaard met de onvermijdelijke ‘oehhh-, ahhh- en juichinstructies’.
Maar er is meer… Omdat wij allen de moeite hebben genomen om naar de kermis te komen, krijgen wij al vóór de uitzending te horen wie de Mol is. Weten wij het gewoon eerder dan de onwetende mensen thuis! Wat een feest! “En de Mol is…” Nee, natuurlijk wordt dat niet bekend gemaakt. De grap wordt niet echt goed ontvangen door het publiek. Eigenlijk wordt ‘ie gewoonweg helemaal niet ontvangen. Slechte grap dus.

“7 minuten te gaan.” “4 minuten te gaan.” Zonder verdere aankondiging begint de uitzending ineens als Art op de trappen van het bordes iedereen (hier buiten en thuis) hartelijk welkom heet. De massa joelt een paar minuten later de finalisten naar binnen en het feest kan beginnen.
Wat alle aandachtige toeschouwers buiten vervolgens op de schermen voorgeschoteld krijgen, zal grotendeels overeenkomen met het beeld dat de huiskamer bereikt. Grotendeels, want af en toe verschijnt buiten op de schermen bijvoorbeeld wat langer dan gebruikelijk het mollogo. Dat is thuis niet het geval neem ik aan, maar een en ander zal ongetwijfeld te maken hebben met het schakelen van het beelden tijdens een live-uitzending (of iets in die geest).
Helaas is er tot aan het einde van de uitzending geen echte interactie meer tussen binnen en buiten. Niet veel althans. Ik geloof dat de aanwezigen binnen in Vondel CS af en toe wel wat te horen en te zien krijgen van de uitzinnige menigte buiten, maar de ander kant op gezien, kan ik niet direct zeggen dat ik het idee of het gevoel heb dat zich op dit moment een zenuwslopende ontknoping in het pand voor me afspeelt.

Op het moment dat de ontmaskering van de Mol aanstaande is, wordt het wel angstvallig stil op het plein. Okay, ergens 2 straten verderop saboteert een hulpmol de stilte door heel hard te gaan schreeuwen, maar dat mag de pret verder niet drukken. Het zweet gutst inmiddels over mijn rug heen.

“Sincerely, … Margriet … De Mol”. De massa ontploft bijna. Een luid gejuich stijgt op uit het Vondelpark en je voelt een heuse siddering door de menigte trekken. WOW, dit is wel erg gaaf om mee te maken! Op de een of andere manier voelt het aan alsof je daadwerkelijk samen met elkaar getuige bent van een stukje geschiedenis dat wordt geschreven. Euforische gewoon! Eigenlijk verglijkbaar met het gevoel, de sfeer, de saamhorigheid die ontstaat in een overvolle kroeg als het Nederlands elftal in de blessuretijd van de verlenging tegen alle verhoudingen in tegen de Duitsers scoren. Of dat je samen met vrienden, familie of kennissen buiten op een pleintje aftelt richting de millenniumwisseling. Of dat je bij een concert van One Direction… O nee, dat niet.

Enfin, de Mol is ontmaskerd en de winnaar is bekend. De hoogste tijd dus voor een aantal ‘fans’ om het strijdtoneel te verlaten, want tja, over een paar uur vertrekt de laatste trein richting Pattipola-Zuid en die wil je natuurlijk echt niet missen. Stel je voor dat er nog ergens een verdwaalde envelop in een of ander elektriciteitskastje ligt. Of stel je voor dat je helemaal in het centrum van het verre Amsterdam woont en dat je morgen moet werken. Drama!
Diverse molacties, hints en aanwijzingen passeren vervolgens de revue. Voor mij is deze aaneenschakeling van aha-erlebnissen ieder jaar weer een van de hoogtepunten van het seizoen (naast het achterhalen van opnamelocaties uiteraard). Of in ieder geval het leukste aspect van de laatste aflevering.
Deze keer is het ook echt tè grappig, want nu merk ik pas ècht dat ik me hier aan de rand van het veld niet bepaald in het episch centrum van een mollotige molshoop bevind. Als de theorie over de letters “ONSCHULDIG” bijvoorbeeld op de schermen voorbij komt, hoor ik echt overal om me heen uitspraken in de trant van “jaha, natuurlijk, denk eens na man, dat weet toch niemand!”. Of als Margriet vakkundig molgeld uit de trein weet te gooien “ja duhuh, dat had ik thuis ook al lang gezien!”. Heb ik, als semimolloot, iets gemist? Even komt het in me op om een balletje op te gooien over woorden die misschien wellicht gevormd hadden kunnen worden als je iedere zoveelste letter van voor en van achter van de tweet van de Mol van voor en va na de uitzending… Maar ik zie de omstanders al lastig kijken als ik beaam dat de ONSCHULDIG-hint daadwerkelijk door een aantal molloten was opgepikt en ik besluit verder wijselijk mijn mond te houden.

De uitzending thuis eindigt met de boodschap dat Art en de zijnen weer ondergronds gaan. Ondertussen staan de Mol en alle kandidaten met een glaasje bubbels op het bordes en richten Margriet en Rik nog een dankwoordje aan de fans en molloten voor de massale belangstelling en ‘steunbetuigingen’ op social media. Ook het productieteam wordt vakkundig door Rik geroemd.

Een minuut of tien later besluit Art een rondje door het zich sterk uitdunnende publiek te maken. Zet One Direction (ja, deze keer wel) samen met een paar klassen puberende meiden in de ballenbak van de McDonald’s en je kunt je een enigszins hysterisch beeld vormen van wat zich links en rechts op het mollenveld afspeelt. Plaatselijk ontstaat nog meer kabaal dan tijdens de bekendmaking van de Mol.
Ik slenter nog wat rond, tevergeefs op zoek naar de laatste plastic bloemen (die toch ergens moeten zijn?), een postbode die vermoedelijk stapels molpost in zijn tas heeft zitten, een dikke oranje kater of een Pacman, euh…, …mol. O nee, die laatste zit natuurlijk binnen, bedenk ik me.
Dit is toch wel het moment dat de ware molloot boven komt drijven, zou je zo denken, maar ik heb eigenlijk geen enkel idee hoe een ieder van jullie er in werkelijkheid uit ziet. Want ja, niets is… etc, etc. Soms denk ik een (potentieel) molloot in iemand te zien. Gewoon door het observerende gedrag, het dralen om een molshoop, het schichtig edoch vragend aankijken van de ander. Maar ja, als ik dan op mijn beurt een man net iets te lang ‘terug aankijk’, blijkt de man in kwestie geen molloot, maar een malloot die evengoed de hele nacht met mij in het Vondelpark wil doorbrengen, maar niet om over de Mol te ouwehoeren! Zou dat aan mijn zwarte hoed en Hawaiiguirlande (driedubbele woordwaarde) liggen? Toen ik eerder op de avond op de heenweg naar Vondelpark vanuit de metro in allerijl de verkeerde kant op liep, en aan een bewaker van G4S (of is het eigenlijk 7D19?) de weg vroeg, zei de beste man ook al zoiets van “hier links, dan rechts en iets verderop heb je dan de betere bosjes”…

Bon, als even voor 22:00 de stofwolken weer zijn opgetrokken en Art weer veilig Vondel CS is ingevlucht, wordt het nog aanwezige publiek nog eens bedankt en een prettige terugreis toegewenst. Verder wordt bekend gemaakt dat de buitenverlichting over enkele ogenblikken uit gaat.
Houdoe en bedankt! Party is over!

Wat blijkt? Niets is wat het lijkt…