Verdenkingen en Vrijpleitingen

Op deze pagina vind je een overzicht van alles wat verdacht is aan het gedrag van de kandidaten en mogelijke Mol!
Ook zullen we hier een overzicht geven van welke dingen zij juist deden, die hen vrijpleiten van het Molschap!

Lees dit grondig en test of je wel of niet juist zit met jouw Molverdachte!

• Aflevering 1
  
• Aflevering 2
  
• Aflevering 3
  
• Aflevering 4
  
• Aflevering 5
  
• Aflevering 6
  
• Aflevering 7
  
• Aflevering 8

Opdracht 1 - Dropping:
Liesbeth, Maarten, Marion, Marit en Tim

• Zijn niet op tijd bij het vliegtuig.

Opdracht 2 - Gletsjer:
Frits en Tim

• houden zich meer bezig met de vrijstellingen dan met het vinden van geld met kokertjes.

Marit

• neemt 2 kokers mee uit haar cluster van kokers, ook ter vervanging van anderen die er geen vonden. In elke cluster zat maar één koker met geld, dus meer meenemen resulteert in meer kans op niets en min-geld.

Liesbeth

• kon geen kokers vinden.

Dio

• telde zijn eigen passen niet.

Opdracht 3 - De brug:
De kandidaten met vrijstelling

• verkozen de vrijstelling boven het geld.

De rest

• slaagde er niet om een kandidaat met vrijstelling uit te schakelen.

Opdracht 1 - Dropping:
Anne-Marie, Dio, Frits, Hadewych en William

• waren op tijd bij het vliegtuig

[Terug naar inleiding]

Opdracht 1 - Trap:
Dio

• wist zijn eigen hoogste notering van Tijdmachine niet.

William

• veroorzaakt verwarring door te zeggen dat hij een rekenfout had gemaakt.

Maarten

• wist zijn tijd van zijn olympisch record niet.

Opdracht 2 - Auto Rijden:
Dio en Frits

• Hadden eerst de porto's omgekeerd.

Dio

• werkt slecht met porto.
• haalt links en rechts door elkaar.

Frits

• doet verwarrend met richting aanwijzen.

Anne marie en Maarten

• konden het woord niet lezen.

Opdracht 3 - Rooksignalen:
Dio en Tim

• geven de signalen niet goed door.

Frits en Anne-Marie

• begrepen de code niet.

Opdracht 1 - Trap:
Liesbeth

• telt de treden goed.

Opdracht 3 - Rooksignalen:
Maarten

• voorspelde goed dat de opdracht zou mislukken.

Liesbeth, Marit, William en Hadewych

• geven de code goed door.

Hadewych, William, Dio en Tim

• begrijpen de code goed.

Opdracht 1 - Boot:
Frits

• schrijft het woord 'Sporters' heel onduidelijk

Hadewych

• wil gelijk in het team voor het ontcijferen.

Liesbeth

• haar bord is niet te lezen.

Maarten

• kiest voor letter Q, terwijl deze heel lastig is.

Opdracht 2 - Joker opdracht:
Anne-Marie, Frits, Hadewych, Liesbeth, Maarten

• pakte een joker in plaats van geld.

Frits

• geeft zijn joker weg aan William.

Opdracht 3 - Stadswandeling:
William en Tim

• willen per se naar binnen.

Opdracht 2 - Joker opdracht:
Marit, Tim, William

• kiest voor de envelop en dus voor het geld.

Opdracht 3 - Stadswandeling:
Maarten en Marit

• vinden het goede nummer.

Marit

• staat erop dat Tim het bericht doorgeeft aan de rest van de groep.

Opdracht 1 - Munitiedepot:
Marit

• fietst koppig naar lege bunkers zonder naar Anne-Marie te luisteren.
• fietst met William naar de "I AM" bunker terwijl ze al wist dat William bij "Hoog, kijk omhoog" moest staan.

Opdracht 2 - Snorkelen:
Frits, Tim en William

• zwemmen een foto voorbij.

Liesbeth en Tim

• noemen geen volgorde op, waardoor Marit geen info krijgt.

Marit

• heeft eindverantwoordelijkheid voor de opdracht, maar mislukt.

Opdracht 3 - Executie onderhandeling:
Frits

• plant als eerste de twijfel over de unanimiteit en stelt voor aan Liesbeth en Tim om dan maar op doorgaan te stemmen.

Opdracht 1 - Munitiedepot:
Liesbeth

• merkt snel op dat Palindroom bij haar hoort.

William

• neemt de touwtjes in handen en leidt de opdracht tot een goed eind.

Opdracht 2 - Snorkelen:
Anne-Marie en Hadewych

• geven de duidelijkste volgorde voor Marit.

Opdracht 1 - Vliegtuig:
Anne-Marie en Frits

• bemoeien zich nauwelijks met de opdracht.

Opdracht 2 - Schieten:
Marit

• drukte gelijk Anne-Marie weg zonder eerst geld of jokers te verzamelen.

William, Liesbeth en Hadewych

• pakten alleen maar jokers.

Opdracht 3 - Speurtocht in stad:
Tim

• wil de hint niet met Liesbeth en Hadewych delen.

William

• loopt voorbij het huis waar ze moeten zijn, terwijl Tim en Anne-Marie naar hem roepen.

Opdracht 1 - Vliegtuig:
William

• wist direct dat Grimsvötn de naam van de vulkaan was.
• had een kaart van IJsland bij zich.
• weet dat het plaatstje Eyrarbakki heet.

Liesbeth

• had eerst de goede film gezegd.

Opdracht 2 - Schieten:
Anne-Marie en Frits

• pakken geld.

Opdracht 3 - Speurtoch in stad:
Marit

• legt goed uit waar ze staan.

Opdracht 1 - Boogschieten:
Tim

• richt Tim te laag?

Opdracht 2 - Lichtmasten:
Frits

• wordt afgeschoten.

Annemarie

• roept dat de snoeren te kort zijn.
• wordt afgeschoten.

Hadewych

• wordt afgeschoten.

Liesbeth

• wordt afgeschoten.
• maakt een fout met aansluiten, later verbetert ze dat wel.

Tim

• wordt afgeschoten.
• maakt een fout met aansluiten, later verbetert ze dat wel.

William

• wordt afgeschoten.
• maakt een fout met aansluiten.

Opdracht 3 - Vis-Puzzel:
Frits

• roept veel doet niets.

William

• veroorzaakt verwarring door het (goede) plan van Tim aan te vechten.

Opdracht 1 - Boogschieten:
Annemarie

• schiet raak en verdient 2500 euro voor de pot.

Opdracht 2 - Lichtmasten:
Annemarie

• waarschuwt Hadewych voor de sniper.

Hadewych

• schakelt een sniper uit.
• heeft de porto en wijst Liesbeth en Tim op een fout.

Liesbeth

• zorgt voor 3 goed brandende lampen.

Frits

• heeft snel door dat het fout gaat bij Liesbeth en Tim, wil ze terug roepen.

Tim

• zorgt voor 3 goed brandende lampen.

William

• zorgt voor 1 goed brandende lamp.
• verbeterd de fouten die Liesbeth en Tim maken.

Opdracht 3 - Vis-Puzzel:
Annemarie

• zorgt dat de laatste balk nog net op tijd goed ligt.

Hadewych

• zorgt dat de laatste balk nog net op tijd goed ligt.

Tim

• lost de tweede puzzel op.

William

• lost de eerste puzzel op.

Opdracht 1 - Stier dragen:
Hadewych

• koopt voor 500 euro een joker.

Anne-Marie

• loopt traag.[li]
  

Tim

• wil halverwege opgeven

Opdracht 2 - Abseilen:
William en Liesbeth

• willen abseilen ook al kost het geld uit de pot.

Opdracht 3 - Schilderijen namaken:
Tim

• kan geen goede mensen vinden.
• komt uiteindelijk met studenten aan die de schilderijen niet bij naam kennen

Opdracht 1 - Stier dragen:
Tim

• ontdekt dat het hoofd er af kan.
• stelt voor om de stier anders te dragen wat gemakkelijker is.

Opdracht 2 - Abseilen:
Hadewych

• gaat toch abseilen terwijl ze het heel eng vind.

Opdracht 3 - Schilderijen namaken:
anne-Marie, Hadewych, Liesbeth en William

• maken de schilderijen goed na.

Opdracht 1 - Verkleden:
Tim

• verkleedt zich zeer opvallend.

Hadewych

• ontdekt Liesbeth en Anne-Marie terwijl Tim vrij duidelijk aangaf dat het niet de bedoeling was dat ze ontdekt werden.
  

Opdracht 2 - Doolhof:
Anne-Marie en Liesbeth

• worden gepakt.

Tim

• begeleid Liesbeth en Anne-Marie maar die worden gepakt.

Opdracht 1 - Verkleden:
Anne-Marie en Liesbeth

• weten vrij lang onontdekt te blijven.
• weten nog een foto te maken voordat ze ontdekt worden.

Hadewych

• heeft al snel Tim herkent (ze denkt dat dit moet).
• begint gelijkt met dingen tellen en heeft daardoor haar vraag voor 500 euro goed.

Opdracht 2 - Doolhof:
Hadewych en Tim

• komen veilig uit de arena.

Tim

• begeleid Hadewych veilig door de arena.

Opdracht 1 - Onvoering:
Anne-Marie

• rijdt verkeert.
• rijdt aan het begin vrij langzaam.

Hadewych

• begint elk gesprek met 'hoi Liesbeth' hiermee verliezen ze tijd.

Opdracht 1 - Ontvoering:
Anne-Marie

• zegt dat Liesbeth misschien in de brug zit.

Hadewych

• snapt snel dat Liesbeth alleen 'ja' en 'nee' mag zeggen

Liesbeth

• wist dat ze naar het zuiden was gereden.