Wie is de Mol? 2012 - Quotes Aflevering 4
De leukste uitspraken!
Art: ‘De mol weet dat er een opdracht aankomt die ernstige schade kan toebrengen aan de pot’ |
|
|
Anne-Marie: ‘Op een gegeven moment kwamen Frits en Marit aangefietst op een tandem, dat zag er sowieso heel grappig uit’
‘Toen zijn we gaan fietsen en kwamen we bij een loods aan, daar stond Art. Toen dacht ik: dat is foute boel’ zei Marit. |
Anne-Marie: ‘Wat is Gulpje? Oh dat is Hadewych!’ |
|
Anne-Marie: ‘DAAR ZIJN WE AL GEWEEST!’
Marit: ‘Ja, doeii!’ William: ‘Ik kon meteen rekenen hoe dit moest. Maar ja Tim, die stond ook maar te wachten tot er een fiets aan kwam, dus die wist ook niet waar die opdracht over ging.’ |
|
‘Ik heb de opdracht eigenlijk niet meegekregen’ Tim begreep niet veel van de tandemopdracht. |
|
|
‘De pot staat nu op 10.800 euro, dat is niet slecht he, voor ons?’ vertelt William.
William is duidelijk niet blij met het klimaat: ‘Er zijn wel wat nadelen aan IJsland, voornamelijk het woord IJs, want het is een beetje koud... misschien niet eens de temperatuur, maar die wind... die koude wind langs alles...’ |
Anne-Marie: ‘Nou Humpty en Dumpty mochten als eerste, nou we zagen eruit... dit is echt de worst fashion mole ever... dat heb ik nu al door’ |
|
Tim: ‘Op het einde dreef Liesbeth een beetje af’
Liesbeth: ‘Op speciaal verzoek van Tim Kamps moet ik nog even het volgende vertellen. Mijn brillenglazen waren op een bepaald moment beslagen, dus ik zag heel weinig, en door de mist in mijn bril riep ik: Tim, Tim... waar ben je? En daar was de hand van Tim Kamps die zich naar mij uitstrekte, en ik greep hem en Tim Kamps redde daarmee mijn leven. Dankjewel Tim, dankjewel Tim!’ |
|
Tim: ‘Ja dat was een ontzettende heldendaad, en ik denk dat Liesbeth me ontzettend dankbaar is’ |
|
|
Liesbeth: ‘Dit was echt een duivels dilemma’ Anne-Marie: ‘Ik werd tegenover Tim gezet, ik was Reagan, hij Gorbatsjov, of andersom... dat weet ik niet, op welke stoel ik zat.’ |
‘Ik zat één keer op de stoel van Reagan en één keer op de stoel van Gorbatsjov, mooier kan niet’ Frits was duidelijk in zijn nopjes. |