Wie is de mol ? 2012 - Quotes aflevering 6

De leukste uitspraken

William over Marit: Ik denk dat ze over zoveel dingen loog. Dan hoorde ik weer zeggen dat ze op die zat en dan weer op die.
TimEn ze heeft die vraag meegenomen.
Frits: Dan ben ik er mooi ingetrapt. Ik dacht echt, hoe kun je nou zo blond zijn.

Tim en Hadewych sluiten een pact.
Hadewych:  De vraag is hoe heet haar moeder?
Tim: Wie zijn moeder?
Hadewych :of zijn moeder,  van de mol.
Hadewych vertelt over haar boogschutcapaciteiten: Iedereen heeft natuurlijk zijn uiterste best gedaan. En dat ging bij mij een beetje mis. Ik was een beetje een kneus, ik begon als een soort Jeanne  d’Arc en eindigde als een soort Goofy of zo.

William: We mochten blijven boogschieten, maar niet zomaar, met vuur op de pijlen. Nouuuu vette shizzle, als een kind zo blij. Dan word ik gewoon als een zo blij.
Hadewych:dit was echt te gek. Ik voelde me net Robina Hood

Frits: Wie was het?
Groep: AnneMarie
Frits: Rotmeid
William nadat er geld is verdiend: En ik maar expres mis schieten.

Frits: Binnen de groep is het vertrouwen in mekaar niet zo groot dat iedereen mekaar het penningmeesterschap toevertrouwd. De kans dat William het zou worden NUL. Annemarie NUL. Liesbeth NUL. Dan hou je niet zoveel over.  Overigens is die rol van penningmeester niet zo’n leuke want Maarten en Marit vlogen eruit. Dus er rust een soort van Doem op.

De mijnopdracht:
William: het leek niet zo moeilijk. Je loopt met een snoer naar een plek en daar duw je hem er in.
Marit: Ik ga zo steeds heel stom OVER zeggen omdat je dan weet dat ik klaar ben.
Liesbeth: Ik zeg ROGER omdat dat gewoon stoer is.
Tim: Liesbeth en ik gingen eerst. Ik had de gun om haar te beschermen.
Tim: Is dat nu een gun of staat iemand een sigaret te roken?
Frits: Geen haast, want er is nog nooit een oorlog gewonnen met haast.
Tim: we wilden geen risico nemen dus het duurde super lang voordat we bij de agregraat, aggeg aggeggraat, nou bij zo’n ding waren aangekomen die zo’n ding aanzet.

Hadewych: Hebben jullie aggregaat A of Bernard gehad?
Liesbeth: B
William: aah jongens er wordt gekloot. Dat moet niet zeg dat maar.
Hadewych: Nee das niet de opdracht.
Frits: Laat ze maar terug komen.
William: ja terugkomen
Hadewych: Waarom terugkomen?
Frits: Verdomme er wordt gemold hier.
William: we weten inmiddels dat als Frits een pistool of zoiets in zijn hand heeft dat hij daar behoorlijk goed in is.
Frits: hahah, volgens mij denken ze allemaal dat ik in oorlogsgebied ben geweest of zoiets, maar dat is natuurlijk niet het geval. Maar ja dat ga ik ze niet vertellen, ze denken allemaal dat ik een soort commando ben geweest.

Tim tegen williamnu lijk je echt op chim chimney chim.
Hadewychik zou Annemarie bewaken.
Hadewych: Die motherf…… die!  Ik was zo trots dat ik zo’n scherpschutter had neergeschoten. Ik vergat het spel helemaal. Toen Annemarie werd neergeschoten, moest ik het in mijn eentje klaren. Ik hoopte het wel.

Liesbeth: Ze vroegen honderdduizend keer waarom het mis ging. Tja het snoer was gewoon te kort.
Tim: Er klopte helemaal niets van, volgens mij is het begonnen bij Liesbeth.
LiesbethHet was te lastig.
Annemarie: Weer een goede actie van Liesbeth, maar ik heb haar door.

HadewychIedereen praat met elkaar, behalve Annemarie, dat kan ook slim zijn als kandidaat, maar het valt wel erg op.
Anne Marie: ik doe het op mijn manier. Ik heb het allemaal in mijn boekje staan en allemaal hier (wijst naar hoofd)

Hadewych: Ik weet het is ’s ochtends vroeg maar ik wil je toch even vragen ben jij de mol?
Annemarie: Misschien wel
Hadewych: waarom zou jij de mol kunnen zijn?
Annemarie: omdat ik gewoon heel slim het spel kan spelen.
Hadewych: wilde jij de mol zijn?
Annemarie: Ik wilde wel de mol zijn.

Hadewych: Ben jij de mol?
LiesbethIk ben niet de mol. Ben jij de mol?
Hadewych: Ik ben niet de mol. Waarom ben jij niet de mol?
Liesbethja dat is een goede vraag die ik heel moeilijk kan beantwoorden. Ik dacht dat wij een soort van vertrouwensband hadden en dat ik dat wel voldoende heb laten blijken.
Hadewych: Dus wij hebben een vertrouwensband?
Liesbeth: Ja daar ging ik van uit. Maar dat voel jij niet?
Hadewych: (vertwijfeld) ja wel.
Visopdracht
Frits: Is dat een vis?
Frits even later: ojajaja
Liesbeth: zullen we hem eerst even tekenen?
Tim: Ja slim
Tim: in principe ben ik heel slecht in puzzels, maar dit was een eitje.
Liesbeth: Ik heb niet heel erg meegedaan, want bij dit soort opdrachten gaat onze groep heel erg schreeuwen en ik verwacht niet dat het sneller gaat als ik mee ga schreeuwen.
Hadewych: De jongens waren vooral bezig. En Frits die schreeuwt altijd als hij kan schreeuwen.

William: Het klopte en voor mijn hersens ben ik er erg blij mee. Hij heeft 2000 verdiend voor de pot.
Tijdens het invullen van de test:
Hadewych: Ik ben niets wijzer van mijn vragen geworden.
Liesbeth: waarom vraag je mij niets Annemarie. Je moet heel veel te weten komen.
Frits: Liesbeth deed ook bij de visopdracht weer iets raars.
Annemarie: Ik vind het echt vreselijk. Iedereen doet verdachte dingen. Ik ga op twee mensen. Ik durf niet op één te gaan. Daar ben ik veel te schijterig voor.
William: Heel af en toe denk ik Tim is de mol. Die doet helemaal niks.
Tim: ik weet echt niet wie de mol is. Ik heb geen flauw idee meer. Misschien ben ik de mol wel en hebben ze het nog niet tegen me gezegd.

Frits na zijn rode scherm: Ja, jammer, het is ongelooflijk hoe close je wordt na 2 weken. Ik heb de test niet goed ingevuld, ik was niet scherp genoeg.  Het verschil tussen een afscheid in de politiek en afscheid van de mol. Bij de politiek kun je nog terug.