Het laatste zinnetje in het Dagboek van de Mol: Van Dale wacht op antwoord. Dit is een variant op het aloude ezelsbruggetje "Meneer Van Dale wacht op antwoord", waarmee je voorrangsregels bij rekenen kunt onthouden.
Cécile heeft gezegd dat ze niet goed kan rekenen. Schrijven kan ze wel, gezien haar huidige en vorige beroep. En wat heb je nodig om eerst een goede journaliste en vervolgens een goede hoofdredactrice te zijn? Onder meer (naast een prima taalgevoel) een goed woordenboek (!), zoals "de" Van Dale.
Er staan naar mijn mening ook nét iets te veel taalfoutjes in de dagboeken. Dat moet haast wel opzettelijk zijn, om de lezer te laten denken dat hier iemand met minder schrijfvaardigheid aan het werk is.
Cécile laat, buiten haar biechten om, een heel nauwkeurig en ietwat (opzettelijk?) ouderwets taalgebruik horen. Voorbeeld: penningmeesteresse.
Tenslotte: alle dagboeken tot nu toe bevatten veel leestekens, die normaal níet zo vaak worden gebruikt, wanneer je bij het schrijven minder nauwkeurig op spelling en leesbaarheid let: in veel zinnen komt een dubbele punt, een puntkomma en/of een accent aigu voor, óók op andere klinkers dan de "é" van Cécile... en in het laatste dagboek staan enkele puntkomma's op een bewust gekozen verkeerde plaats, ook dat nog.