over de kalvergevechten
Brussel, 9 februari 2000
Geachte heer Vandenhaute,
Als directeur van de dierenrechtenorganisatie GAIA wil ik hierbij scherp protesteren tegen het misbruik van en gesol met weerloze dieren dat te zien was in het programma De Mol van zondag 30 januari 2000.
Kandidaten moesten voor een geldprijs een jong stierkalfje opjagen en op de grond proberen trekken. Daarbij werd er vooral aan de staart maar ook aan de achterpoten van het weerloze dier getrokken en gesleurd. De paniek van het dier was overduidelijk.
Welzijnsgevoelige dieren doen lijden voor de lol kan niet door de beugel. Het is ethisch gezien onverantwoord om dieren in zulkdanige situaties te brengen dat ze nodeloos letsel, angst en pijn moeten ondergaan.
Het menselijk belang om voor een geldprijs en voor de spanning een dier te doen lijden weegt niet op tegen het belang van de dieren om niet te hoeven lijden of om geen pijn en angst te moeten ondergaan. Evenmin weegt dat menselijk belang op tegen het vitale belang van weerloze dieren om zo gelukkig en zo waardig mogelijk te leven. Nadat in hetzelfde programma eind 1998 een konijn zonder voorafgaande verdoving op wrede manier gedood werd, zijn de programmamakers ook nu weer ernstig over de schreef gegaan. Er is volgens ons iets grondig mis met de mentaliteit van programmamakers die dierenleed opvoeren als entertainment en onschuldig tijdverdrijf. Zij moeten zich op zijn minst bezinnen over de vraag of er niet iets schort aan hun creativiteit. We stellen ons ook ernstig vragen over de mentaliteit van kandidaten die blijkbaar voor geld tot alles in staat zijn en die het getrek en gesleur aan het kalfje, dat duidelijk in paniek was, heel amusant vonden.
Ik verwijs u overigens ook naar art. 36 paragraaf 9 van de algemene dierenwelzijnswet van 1986 die stelt: Onverminderd de toepassing, in voorkomend geval, van strengere straffen bepaald bij het Strafwetboek, wordt gestraft met een boete van 26 frank tot 1000 frank, hij die een dier gebruikt voor africhting, enscenering, reclame of gelijkaardige doeleinden in de mate dat dit oneigenlijk gebruik duidelijk leidt tot vermijdbare pijn, lijden of letsel.
Ouders leren hun kinderen dat ze niet aan de staart van de hond of de kat mogen trekken, maar dan zien diezelfde kinderen in prime time hoe volwassenen een kalfje mishandelen en daarbij het grootste plezier hebben.
Spanje heeft heel onlangs een verbod ingevoerd op bepaalde folkloristische gebruiken zoals o.a. levende geiten van kerktorens gooien. Dat kan erop wijzen dat er in Spanje stilaan een mentaliteitswijziging op gang komt tegenover dit soort misbruik van dieren. De houding van de programmamakers van De Mol is in het licht van dit verbod des te bedenkelijker.
In een reactie in Het Belang van Limburg van 1 februari 2000 zei Inge Sierens van Woestijnvis: 'De kandidaten hebben er meer fysieke hinder van ondervonden dan het kalfje. We vonden niet dat het verschrikkelijk behandeld werd, maar als er toch mensen door geshockeerd zijn dan willen we onze excuses daarvoor aanbieden.
Dit antwoord illustreert duidelijk dat men bij Woestijnvis nog altijd niet begrepen heeft waarover dit eigenlijk gaat, nl. een verkeerde mentaliteit tegenover dieren.
Woestijnvis heeft zich trouwens vorig jaar na het doden van het konijn ook verontschuldigd bij de kijkers. Hoeveel die excuses waard waren hebben we nu kunnen vaststellen.
In dezelfde krant regageerde Belle, een De Mol-kandidate van vorig jaar trouwens met afschuw op de beelden van het kalvergevecht. Ik citeer: 'Triest dat ze bij 'De Mol' weeral dieren moeten gebruiken voor entertainment.'
Ter uwer informatie wijs ik erop dat bij de organisatie van een gelijkaardig 'evenement' op 2 juli 1999 in Dentergem, het Ministerie van Landbouw (toen nog verantwoordelijk voor Dierenwelzijn) de organisatoren expliciete maatregelen oplegde opdat het dierenwelzijn niet geschaad zou worden en o.a. liet weten dat het trekken aan de staarten van de koeien dat de organisatoren aangekondigd hadden, verboden werd en dat het ministerie van Landbouw 'soortgelijke evenementen met argusogen bekijkt', niet alleen vanuit een bekommernis voor het dierenwelzijn maar ook met een bezordheid voor het beeld dat onze samenleving krijgt over de wijze waarop met landbouwhuisdieren omgegaan wordt.
GAIA blijft er bij dat volksvermaak niet ten koste mag gaan van het dierenwelzijn en pleit ervoor dat dergelijke spektakels afgeschaft worden.
Ik verzoek u dan ook met aandrang in de toekomst in uw programma's meer aandacht te besteden aan en respect te betonen voor het welzijn van mens én dier.
Met beleefde groeten,
Ann De Greef, directeur dierenrechtenorganisatie GAIA