Algemeen

Het land

De republiek Argentinië is een Spaanstalig land in het zuiden van Zuid-Amerika, tussen het Andesgebergte en de zuidelijke Atlantische Oceaan. Het grenst aan Uruguay, Brazilië, Paraguay, Bolivia en Chili. De naam is afgeleid van het Latijnse woord argentum (zilver), een edelmetaal dat een belangrijke rol speelde in de opkomst van het Europese kolonialisme.Argentinië bestaat uit 23 provincies en een federaal district .
Buiten het continentale gebied bezit Argentinië geen territoria, maar maakt wel aanspraak op de Falklandeilanden, Zuid-Georgië, de Zuid-Orkneyeilanden en op een sector van het Antarctisch continent, in totaal ca. 1,23 miljoen km2. Bovendien meent het recht te hebben op het voor de oostkust liggende continentaal plat, Mar Argentino.
Argentinië beslaat bijna de helft van Zuid-Amerika.Na Brazilië is het dit grootste land van Latijns-Amerika. Het land is ongeveer 67 keer zo groot als Nederland, en daarom het 8ste grootste land van de wereld. Het land is ruim 3500 kilometer lang en 1400 kilometer breed. De totale oppervlakte is 2.780.00 km2 In Argentinië wonen ruim 36 miljoen inwoners. Het land staat bekend vanwege de export van rundvlees, tarwe en fruit en de laatste jaren natuurlijk ook de Argentijnse wijn.
De peso

De officiële Argentijnse munteenheid is de Peso. Er zijn biljetten van 2, 5, 10, 50 en 100 peso en munten van 1, 5, 10, 25 en 50 cent en 1 Peso. Spaanse escudo's (XESE) waren de eerste munten in Argentinië. Van 1816 tot 1852 werden munten gebruikt die werden uitgegeven door autonome provincies. Na de vorming van de Argentijnse confederatie in 1852 werd een eigen munteenheid uitgegeven, de peso fuerte (ARF). In 1875 werd deze opgevolgd door de gouden peso (ARG). Na nog een paar veranderingen is de huidige peso sinds 1 januari 1992 in gebruik. De koers is ong. 3,5 peso=1euro
Buenos Aires

Buenos Aires is de grootste stad van het land met 12 miljoen inwoners. De officiële naam van de federale hoofdstad luidt: Ciudad de Nuestra Señora de Buenos Aires". De stad werd in 1536 door Pedro de Mendoza gesticht, doch pas sinds 1580 permanent bewoond. In 1776 werd het de hoofdstad van het Onderkoninkrijk La Plata (Bolivia, Paraguay, Uruguay en het latere Argentinië omvattend). In 1810 brak er een opstand uit, die uiteindelijk leidde tot onafhankelijkheid van het land van Spanje in 1816. De economische expansie van de stad dateert van het midden van de 19e eeuw, toen het een centrum werd van uitvoer van vooral agrarische producten en een massale immigratie uit Europa op gang kwam. Het is een moderne stad, doet erg Europees aan en staat uiteraard bekend als de thuishaven van de Tango. De tango komt uit de wijk La Boca waar zich nog verschillende cafés bevinden waar de tango nog met passie wordt gedanst.

Geografie en klimaat

Geografie

Argentinië heeft van noord naar zuid een lengte van 3700 km en van oost naar west een breedte van 1400 km. In het westen vormen de hoogste toppen van de Andes de grens met Chili. De rest van het landschap is een stuk lager. Aan de oostkant grenst het land aan de Atlantische kust met hoge kliffen en vele schiereilanden. In het noorden grenst Argentinië aan 4 andere Zuid Amerikaanse landen.
Ondanks de soorten landschappen bestaat het Argentijnse landschap voornamelijk uit laagvlakten. Deze worden Pampa’s genoemd. Globaal bestaat het land uit 4 verschillende gebieden;

- het eerste gebied is de Andes in het westen met bergtoppen tot boven 6000 m. De Aconcagua is met een top van 6960 m hoogte het allerhoogste punt van Argentinië. Ook de Ojos de Salado (6880 m) en de Llullaillaco (6723 m) op de grens met Chili mogen best hoog worden genoemd. Uitlopers van de Andes zien we in het midden van het land zoals de Sierrea en de Cordoba.

- het tweede gebied zijn de hoogvlakten van Patagonie in het zuiden met langs de kust monotone laagvlaktes. In Patagonie komen ook gletsjers voor. Dit gebied is dun bevolkt.

- het derde gebied is de Gran Chaco. Dit is een bosachtig, gedeeltelijk woestijnachtige laagvlakte in het noorden. Langs de rivieren zijn grote moerassen ontstaan.

- het belangrijkste en meest economische deel is de Pampa Humeda. Dit is een uitgestrekte vruchtbare laagvlakte, tot 750 km afstand van de hoofdstad Buenos Aires. Hier woont de meerderheid van de Argentijnse bevolking.
Belangrijke rivieren zijn de Paraguay, de Bermejo, de Colorado, de Uruguay en de langste rivier, de Paraná. De laatste twee komen samen in de Rio de La Plata voordat ze in de Atlantische Oceaan uitmonden.
Klimaat

Argentinië heeft een rijk geschakeerd klimaat met een subtropisch noorden terwijl het zuiden vrijwel aan het poolgebied grenst.
Omdat Argentinië op het zuidelijk halfrond ligt, zijn de seizoenen tegengesteld aan die van ons. Kerstmis wordt gevierd in het warme jaargetijde.
Het klimaat in het belangrijkste en dichtstbevolkte deel van Argentinië, d.w.z. Buenos Aires en omgeving, is gematigd: er heersen geen strenge winters (nauwelijks temperaturen beneden 0° C), maar wel warme zomers (temp. tot 40° C). De luchtvochtigheid is hoog en kan vooral in de zomer (december t/m maart) oplopen richting 100%. Er is vaak sprake van abrupte temperatuurschommelingen, die in 24 uur tijd een verschil van meer dan 20° Celsius kunnen bedragen; in de winter (juni t/m september) behoren zwoele perioden niet tot de zeldzaamheden, terwijl in de zomer frisse dagen kunnen voorkomen. De regenval in Buenos Aires (vaak stortbuien) is gemiddeld 940 mm per jaar en komt onregelmatig verdeeld over het gehele jaar voor.

Fauna en flora

Argentinië heeft een uitgebreide flora en fauna, mede door een grote variatie aan klimaten en landschappen. Maar toch is haar flora en fauna niet zo exotisch als in andere delen van Zuid Amerika. Er zijn bijvoorbeeld weinig grote roofdieren, of angstwekkende reptielen. In het hoge droge Noordwesten leven bij de lagunes veel flamingo’s. De flamingo austral is de meest bekende en roze van kleur.
Wat het landschap in het Noordwesten siert zijn de cactussen. Tot rond de 4000 m hoogte kunnen ze groeien, daarboven zie je wat struiken of droge grassteppen. Van de cactussen is de cardones de meest voorkomende, hij kan ruim 8 m hoog worden.
Meer naar het Noordoosten de Chaco-vlaktes zijn een overgangszone tussen de subtropische bossen en de Pampavlakten. Vaak ondoordringbaar met laag doornachtig struikgewas en waar 1 van de bekendste bomen uit Argentinië, de Quebracho, groeien. Het zijn geen mooie bomen, maar ijzersterk en dat moet wel in dit subtropische savanneklimaat. Ze worden 20 tot 25 meter hoog en bevatten veel looizuur, wat gebruikt wordt voor de bewerking van leer.
In dit gebied leeft de reuzengordeldier met platte achterpoten en grote kromme voorpoten, om allerlei mieren snel op te graven. Rondom de moerasgebieden en rivieren is wel een afwisselende fauna. Zo leven er: slangen, krokodillen, aapjes, en miereneters.
Meer oostwaarts naar Brazilië verandert de flora en fauna compleet. Subtropische bossen, brede rivieren, en een vochtigheidsgehalte boven de 90%.
Het merendistrict is ook zo’n gebied met een prachtige flora en fauna. Grote loof- en naaldbossen tref je daar aan, met zeldzame boomsoorten. Allereerst de Araucaria-boom, die voornamelijk in het noorden groeien. Hij wordt in Nederland apenverdrietboom genoemd, afgeleid van de engelse naam: Monkey puzzle-tree. De andere zeldzame boomsoort is de Arrayane-boom. Op enkele plaatsen in de wereld groeit deze boomsoort nog. Ze hebben een vrij smalle stam en de schors heeft een kaneel-roodachtige kleur met witte kerfjes. Zuidelijker in het merendistrict bij Esquel is een nationaal park voor de Alerce-bomen. Deze naaldbomen zijn de oudste ter wereld. Ze groeien op klimatologisch ongunstige plekken waar andere bomen vrijwel geen kans krijgen.
Onder het Merendistrict beginnen de Patagonische vlaktes en het Patagonische bergland. De vlaktes zijn grotendeels begroeid met steppegras (coiron dulche) en lage struiken. Je ziet er bijna geen bomen. Door de harde wind, bodemerosie, droogte en de zeer dunne ozonlaag is Patagonië langzaam in een woestijn aan het veranderen. In grote delen regent er niet meer dan 150 tot 300 mm per jaar. De meest voorkomende dieren zijn de armadillo, een gordeldier, dat een klein en grappig snel beestje is en zelfs slangen eet! En de mara het bekendste knaagdier in Patagonië. Deze laatste is een mix tussen een konijn en een hond, en heeft de kop van een paard. Een vreemd beestje. Maar er is ook het Europese konijn, een ware plaag voor de fauna. De grootste dieren zijn de guanaco's en de ñandu's, deze laatste is een struisvogel.
Richting de Andes komen we in het Patagonische bergland. Het wordt bosrijker en je ziet hier wat ze noemen de gematigde regenbossen, ondanks het feit dat het er flink kan regenen, soms tussen de 2000 en 5000 mm per jaar. De meest voorkomende bossen zijn: de coiguë, rauli, lenga en de ñirre.
Zuidelijker wordt de flora minder, ook de bossen. Hier liggen rond de bergen grote ijsvlaktes en gletsjers. Je ziet in de lucht de condor, de grootste roofvogel van Zuid-Amerika. Je herkent ze aan de witte donskraag om hun nek en ze hebben een spanwijdt van meer dan 3 meter.

De patagonische kust

De Patagonische kust heeft een heel andere fauna, uniek in Zuid-Amerika. De stranden zijn het domein van de zeehonden en pinguïns. Van de zeehonden komen vier soorten het meeste voor: de zeeolifant is met zijn 4 ton aan gewicht de grootste, dan de Lobo de un pelo, de zeeleeuw, is ook zo'n gigant van bijna 3 m. De mannetjes hebben manen, vandaar de naam zeeleeuw. Wat kleiner zijn de lobos de dos pelos, de zuidelijke zeehond en de gewone zeerob. Van de pinguïns is het de Magelhaen pinguïn die het meest voorkomt. Langs de gehele kust tot aan Vuurland toe zie je deze beestjes. Ook fascinerend is het om bij het schiereiland Valdés de walvissen te zien. Tussen juni en oktober komen honderden walvissen langs deze kust, om te jongen, want de oceaan is hier rijk aan plankton. Het zijn zuidkapers met een lengte van 18 m. De wateren rond Vuurland zijn rijk aan de centolla, een grote krab, van ruim 1 m breed. Deze wordt ook als delicatesse gegeten op dit eiland.

Natuurbescherming

Argentinië was het eerste land in Zuid-Amerika, dat nationale parken heeft ingesteld, ter bescherming van de flora en fauna in eigen land.
Het eerste nationale park (opgericht in 1903) werd: Parque Nacional Nahuel Huapi. Nu 7580 km² groot en één van de meest bezochte parken van het land. Daarna volgden er velen, zoals in 1928 de watervallen van Iguazú en in 1937 Los Glaciares.
Tegenwoordig telt Argentinië 20 nationale parken en 8 provinciale parken. Totaal is 140.000 km² beschermd gebied, ongeveer 5% van de totale oppervlakte van het land.
Parque Provincial Ischigualasto in het noordwesten van het land, lijkt op een groot maanlandschap, waar fossielen zijn gevonden van één van de oudste dinosaurussen in de wereld.