Artikel

Karel hóórt bij de publieke omroep

Ronneke van der Genugten
Uit: Telegraaf, 31 juli 2005
Trouwe hond
Chaos in Hilversum. Rob Verlinden naar SBS 6. Caroline Tensen naar Talpa, ’Lingo’ verdwijnt, Nance weg bij de TROS. Presentatoren vliegen van hot naar her. Er is geen touw meer aan vast te knopen. Het eigen gezicht van de omroep verdwijnt. Zeer tegen de wens in van staatssecretaris Van der Laan, die juist wil dat de omroepen zich beter profileren. Toch loopt er één man rond in Hilversum die zijn omroep al meer dan 35 jaar trouw is: Karel van de Graaf.
„Volgens John de Mol ben ik een publieke omroepman”, luidt de verklaring van de presentator van onder meer de talkshow ’Karel’, van ’Netwerk’ en binnenkort van ’Wie is… de mol?’ Voor de omroep waar hij al sinds 1969 werkt, maakte Van de Graaf nóg een bijzondere keuze. Uit meer dan 200 documentaires selecteerde hij er twaalf waarvan afgelopen woensdag de eerste titel, ’My flesh and blood’ (Ned. 2, 23.00 uur), werd uitgezonden.


Karel van de Graaf heeft veel zin in 'Wie is de Mol?' "Intelligent vermaak met een grote
schare trouwe fans".

Foto: Aldo Allessi
Samenhang
De Graaf: „Het zijn twaalf films geworden die de kijker zullen verbazen, ontroeren, maar vooral op het verkeerde been zullen zetten. Soms door de titel, soms door de opening, soms pas na tien minuten.” Lichtelijk verbaasd: „Toen ik klaar was met het project zag ik pas wat ik had gedaan. Doordat je de documentaires door één persoon laat kiezen, ontstaat er toch een soort samenhang.”
Voor Karels Keuze werden meer dan 200 documentaires uit de kast getrokken. „Het voortraject leverde het meeste werk op. Natuurlijk zie je bij enkele producties binnen een paar minuten dat het niets oplevert. Maar ik vond het zeker geen straf om documentaires te kijken.”
De onderwerpen lopen uiteen van eerwraak tot orgaanhandel. Serieuze thema’s, met weinig momenten voor een gulle lach. „Ik ben geen zwartkijker, maar documentaires worden meestal gemaakt over serieuze onderwerpen. De laatste film die in deze reeks wordt uitgezonden, over de zoektocht naar een arts die de hersenen van Einstein heeft meegenomen, is heel subtiel, maar wel hilarisch. Als je echt een uur wilt lachen mag je die niet missen.”
Meer dan 35 jaar televisie en toch zit er in de keuze van Karel niets van eigen hand. „Interessante ontmoetingen kun je nog geen documentaires noemen. Ik heb langer dan een half uur met David Bowie zitten praten over zijn gehandicapte broer en Vincent van Gogh. Een ontmoeting die ik nooit zal vergeten, maar om nou te zeggen dat dit het mooiste treffen was… ik kan gewoon niet kiezen. Ik heb ook naast Stevie Wonder gezeten. En een vraaggesprek gehad met Robert Maxwell, vlak voordat hij stierf.” Grijnzend: „De enige keer overigens dat ik van Jaap van Meekeren een compliment heb gekregen. Zo spijkerhard was dat. Oei, oei, oei. Ik heb natuurlijk ook interviews gedaan die niet goed liepen. Ik heb veel schrijvers ’verziekt’. Volgens mij omdat ik te veel naar ze opkijk. Mulisch, Adriaan van Dis.”
Het verhaal dat hij het als jongetje zonder diploma’s toch maar mooi heeft gemaakt blijft Karel van de Graaf achtervolgen, maar niet tot vervelens toe. „Het is een troostrijk verhaal. Je hoeft niet per se politicologie of geschiedenis te hebben gestudeerd voor een carrière bij de televisie. Daar wil ik graag het voorbeeld van zijn. Wat ik wel erg vind is dat het nu niet meer zou kunnen. Als er tegenwoordig een redacteur wordt gevraagd moet hij al academisch gevormd zijn. Ik zie ze af en toe nog wel binnenkomen bij de commerciële zenders, daar houd ik nog wel een oogje op, maar ik vrees het ergste.”

Het eerste en enige commerciële aanbod voor Van de Graaf kwam jaren geleden van Joop van den Ende. Een tegenbod van de AVRO hield hem bij de publieke omroep. „Bij de opkomst van de commerciële televisie wist John de Mol mij precies uit te leggen waarom ik bij de publieke zender thuishoor. Hij zei: ’Het hangt er vanaf wat je wilt. Als je als serieus journalist wilt werken moet je altijd oppassen. Bij de commerciële geldt één wet: een programma is goed als het meer oplevert dan het heeft gekost’. Ik wil wel gezegd hebben dat ik het over de beginperiode heb. Tegenwoordig worden ook daar degelijke journalistieke producten gemaakt.”
Over de overstap van Jack Spijkerman naar Talpa: „Ik vind dat je mensen één keer moet afrekenen op koerswijzigingen van 180 graden. Daarna niet meer. Als je nagaat wat onze politieke opvattingen in de jaren zestig en zeventig waren. Van de mensen van toen is driekwart van mening veranderd. Het zijn geen draaikonten, het zijn geen mensen zonder principes. Ze zien de wereld gewoon anders. Hou toch eens op!”

Zieken
„Had Spijkerman ’nee’ moeten zeggen? Nee, natuurlijk. Zieken mag je hem wel. Daarom was Vera Keur fout. Ze hadden het programma zonder Jack moeten maken. Die mannen hadden hem helemaal in de pan gehakt.”
En toen kwam het bericht dat de man van serieuze talkshows en van de actualiteitenrubriek ’Twee Vandaag’ het spelprogramma ’Wie is… de mol?’ gaat presenteren. Schaterend: „Ik ben blij dat het zoveel verbazing wekt, maar zelf vind ik het helemaal niet zo gek. Ik heb al veel eerder dingen willen doen die op het scheidsvlak van amusement en informatie liggen.”
„’Wie is… de mol?’ is amusement, maar het is wel intelligent vermaak. Het heeft een grote schare trouwe fans die allemaal van een bijzonder puzzeltje houden. Namelijk: hoe schat ik de sociale interactie binnen een groep in waarbij iedereen iedereen in de maling loopt te nemen. Als deelnemer zou ik volstrekt ongeschikt zijn, ik zou iedereen meteen op zijn bek slaan.”
„Zoals die Marc-Marie Huijbregts vorig jaar. Ik had dat petje over zijn oren getrokken. Wat een vuile saboteur. Voor een programmamaker is zo iemand juist een zege. Ik zie geen enkele reden waarom ik zo’n programma niet zou kunnen presenteren, hartstikke leuk. Ik zit nagelvast aan die studio, ik ben blij dat ik er een keertje uitmag voor de zaak. Er hebben al veertien mensen aangeboden om mijn koffer te dragen.”