Dagboek van afvaller 1: Sander
‘Ik wist het, ik wist het, ik wist het. Natuurlijk wist ik het…Want als Sander meedoet met een spelletje, dan ligt-ie er natuurlijk binnen de kortste keren uit’. Dat is wat meer dan duizend keer door mijn hoofd dreunde, terwijl ik net het deelnemersveld had verlaten en met de tuk tuk naar het hotel werd gebracht. Nu kon het ook meer dan duizend keer door mijn hoofd dreunen, omdat ze in Bangkok meer file’s kennen dan wij op de A1 t/m A10, maar dat is weer een ander verhaal…
Eenmaal in het hotel had ik genoeg tijd om na te denken waar het mis is gegaan. Dat is terug te voeren naar twee elementen: nonchalance en de Wet van Murphy. En dat kan ik als volgt verklaren: ik was wel een fan van Wie is de Mol, maar nooit een hele fanatieke. Daardoor miste ik toch de scherpte en zag ik de nuances van het spel niet waardoor ik dacht: ‘dat doe ik wel even’. En zo werkt het nu eenmaal niet bij de Mol. EN eenmaal bij de eerste executie aangekomen, bedacht ik me: ‘zul je net zien…’ En daar komt de Wet van Murphy om de hoek kijken. De pest is alleen dat je pas leert van je fouten als het achter de rug is en je geen kans krijgt om het te herstellen. Daardoor zal het altijd als een open einde voelen. Maar ik had wel een gescheiden bad en douche in het hotel!